Words Unit 3 lesson 2 and 3


Quiz words Unit 3 lesson 2 and 3
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Quiz words Unit 3 lesson 2 and 3

Slide 1 - Tekstslide

Meerkeuzevragen: Engels naar Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal: brush
A
lijn
B
belangrijk
C
kwast
D
spuitbus

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: design
A
stip
B
ontwerp
C
tekening
D
locatie

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: entertainment
A
vermaak
B
boerderij
C
uitleggen
D
haven

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal: suburb
A
plaats
B
vermaak
C
vredig
D
buitenwijk

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal: vivid
A
Levendig
B
druk
C
uitleggen
D
aanbieden

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: available
A
bedekt
B
beschikbaar
C
anders
D
uitdrukken

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: to track
A
anders
B
tekenen
C
volgen
D
cardboard

Slide 9 - Quizvraag

Meerkeuzevragen: Nederlands naar Engels

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal: exemplaar
A
item
B
riem
C
tekening
D
saai

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal: zonder
A
with
B
to prepare
C
baggy
D
without

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal: haven
A
wennen aan
B
harbour
C
onderhoud
D
delen

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal: slobberig
A
baggy
B
in stock
C
dull
D
crowded

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal: treinstation
A
city centre
B
railway station
C
painting
D
design

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal: hectisch
A
hangout
B
crowded
C
dot
D
hectic

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal: vredig
A
peaceful
B
location
C
line
D
indoor

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: kunst
A
café
B
to draw
C
art
D
to paint

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal: buiten
A
public transport
B
outdoor
C
indoor
D
painting

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal: openbaar vervoer
A
design
B
place
C
to clean
D
public transport

Slide 20 - Quizvraag

Open vragen: Engels naar Nederlands

Slide 21 - Tekstslide

eco-friendly

Slide 22 - Open vraag

covered

Slide 23 - Open vraag

brush

Slide 24 - Open vraag

to show

Slide 25 - Open vraag

hangout

Slide 26 - Open vraag

spray can

Slide 27 - Open vraag

drawing

Slide 28 - Open vraag

Open vragen: Nederlands naar Engels

Slide 29 - Tekstslide

schoonmaken

Slide 30 - Open vraag

ontwerp

Slide 31 - Open vraag

levendig

Slide 32 - Open vraag

kunst

Slide 33 - Open vraag

openbaar vervoer

Slide 34 - Open vraag

gemeenschap

Slide 35 - Open vraag

hectisch

Slide 36 - Open vraag

stip

Slide 37 - Open vraag

Word Battle
  1. Iedereen gaat staan
  2. Ik kies twee mensen uit die tegen elkaar "strijden"
  3. Ik noem een Engels of Nederlands woord, wie deze het snelst vertaalt mag blijven staan. De ander gaat zitten

Onduidelijk wie het snelst was? Nieuw woord!

Slide 38 - Tekstslide