5.1 De verovering van Engeland JSS

Tijdvakken
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v. Chr.-500 na Chr. 

Tijd van monikken en ridders 500-1000 

Tijd van steden en staten  1000-1500

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tijdvakken
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v. Chr.-500 na Chr. 

Tijd van monikken en ridders 500-1000 

Tijd van steden en staten  1000-1500

Slide 1 - Tekstslide

De verovering van Engeland
Par 5.1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke kenmerken passen bij de de tijd van monniken en ridders?
A
Handel over lange afstand
B
Autarkische samenleving
C
Centraal bestuur
D
Hofstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Vroege middeleeuwen
  • Veel verschillende gebieden met hun eigen heerser of koning
  • --> veel oorlogen
  • Weinig handel, landbouw samenleving, geen steden
  • --> Engeland en Frankrijk gaan zich ontwikkelen tot grote staten
  • Wat zijn staten eigenlijk?

Slide 5 - Tekstslide

Steden
  • Vanaf 1000: landbouw- vernieuwingen (drieslagstelsel)
  • Meer voedsel > bevolkingsgroei
  • Terugkeer handel
  • Gevolg: groei steden

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak gevolg:
Maak de juiste combinatie tussen oorzaak en gevolg
A
O: Groei steden G: Meer mensen
B
O: Meer eten G: Meer handel
C
O: Meer mensen G: Groei steden
D
O: Meer handel G: Meer eten

Slide 7 - Quizvraag

Engeland
  • 1066: Engelse koning sterft
  • Hertog Willem uit Normandië zegt recht te hebben op kroon
  • Maar: Engelse graaf Harold wordt nieuwe koning...
  • Gevolg: Willem gaat naar Engeland om koning te worden
  • Slag bij Hastings: Willem de Veroveraar verslaat Harold

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat waren gevolgen van het feodale stelsel?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
Niemand wist meer wie de leenheer was

Slide 10 - Quizvraag

Leenstelsel in Engeland
  • Willem de Veroveraar voert feodale stelsel in Engeland in
  • Maatregelen om machtig te blijven:
  • - Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
  • - Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
  • - Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)
  • Het is nu  duidelijk wie de macht heeft 

Slide 11 - Tekstslide

Centralisatie
  • Centralisatie = bestuur vanuit één plek
  • Voorbeeld: centrale rekenkamer
  • De adel en kerk verzetten zich omdat hun macht afneemt
  • Magna Carta: ook koning moet zich aan de wet houden

Slide 12 - Tekstslide