In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.4 Isotopen + massa
Slide 1 - Tekstslide
Het element met atoomnummer 11 is natrium
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 3 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel elektronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 4 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
13
D
24
Slide 5 - Quizvraag
Waar vind je de neutronen en waar zijn ze gelijk aan?
A
Rond de kern, gelijk aan de massagetal
B
In de kern, gelijk aan de massagetal
C
Rond de kern, gelijk aan(massagetal - atoomnummer)
D
In de kern, gelijk aan
(massagetal -
atoomnummer)
Slide 6 - Quizvraag
Het atoomnummer is het aantal...
A
protonen van een atoom
B
neutronen van een atoom
C
elektronen van een atoom
D
protonen en elektronen van een atoom
Slide 7 - Quizvraag
Als er een neutron bij komt dan
A
Wordt het atoom nummer hoger
B
Wordt het atoomnummer lager
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt het massagetal lager
Slide 8 - Quizvraag
Isotopen
Meesteelementen hebben meerdere isotopen. Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern, maar een ander aantal neutronen. Isotopen hebben dus hetzelfde atoomnummer, maar een andere massa.
Slide 9 - Tekstslide
Isotopen
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37
Slide 11 - Tekstslide
massagetal, atoomnummer en isotopen
Slide 12 - Tekstslide
Gemiddelde atoommassa
Hoe komen ze nu aan die atoommassa?
Zie tabel 25 (Isotopen)
De atoommassa in periodiek systeem is de gemiddelde massa van de isotopen
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld. Gemiddelde atoommassa van magnesium
(78,99 x 23,98504) + (10,00 x 24,98584) + (11,01 x 25,98259) / 100
= 24,30505026 = 24,31 u
Slide 14 - Tekstslide
Wat is een isotoop?
A
Zelfde atoom,
andere massa
B
Ander atoom,
zelfde massa
C
Zelfde atoom,
ander atoomnummer
D
Ander atoom,
zelfde atoomnummer
Slide 15 - Quizvraag
Hebben isotopen verschillende chemische eigenschappen?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen
Slide 17 - Quizvraag
N-14 heeft 7 protonen en 7 neutronen. C-14 heeft 6 protonen en 8 neutronen. N-14 en C-14 zijn isotopen