Objectif: Je begrijpt hoe je regelmatige werkwoorden op -er moet vervoegen.
Devoirs
Grammaire
8BCDE
Slide 2 - Tekstslide
Devoirs
Exercice 6
Exercice 8A
Slide 3 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden op -er
Werkwoorden die eindigen op -er, zoals danser, jouer, adorer, écouter zijn de meest voorkomende soort regelmatige werkwoorden in het Frans.
Ken je nog andere werkwoorden in het Frans die op -er eindigen?
Slide 4 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden op -er
Hoe vervoeg je die werkwoorden?
Begin met het maken van de stam: 1. Neem het hele werkwoord: jouer 2. Haal de -er eraf om de stam te krijgen: jou- 3. Zet de juiste uitgang op de plaats van de -er.
Slide 5 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden op -er
Welke uitgangen zijn er? 1. Je = -e je joue 2. Tu = -es tu joues 3. Il/Elle/On = -e il/elle/on joue 4. Nous = -ons nous jouons 5. Vous = -ez vous jouez 6. Ils/Elles = -ent ils/elles jouent
Slide 6 - Tekstslide
Andere voorbeelden:
Préparer: prépar-, je prépare, tu prépares, il prépare, nous préparons, vous préparez, ils préparent
Parler: parl-, je parle, tu parles, il parle, nous parlons, vous parlez, ils parlent
Slide 7 - Tekstslide
Tot slot:
Mocht je een werkwoord hebben dat met een klinker of stomme H begint, zoals adorer of habiter, let er dan op dat je in j' verandert: j'adore, j'habite
De je- en de il/elle/on-vorm zijn hetzelfde: je parle, il parle
Let op het verschil tussen il/ils en elle/elles!
Slide 8 - Tekstslide
Probeer het eens!
Zet de juiste uitgang achter het werkwoord: 1. Elle (préparer): elle prépar_____ 2. Je (présenter): je présent______ 3. Nous (regarder): nous regard_____ 4. Ils (danser): ils dans______ 5. Tu (écouter): tu écout______ 6. Vous (aimer): vous aim______
Slide 9 - Tekstslide
Probeer het eens!
Zet de juiste uitgang achter het werkwoord: 1. Elle (préparer): elle prépare 2. Je (présenter): je présente 3. Nous (regarder): nous regardons 4. Ils (danser): ils dansent 5. Tu (écouter): tu écoutes 6. Vous (aimer): vous aimez
Slide 10 - Tekstslide
Dobbelsteenspel: gooi 2 keer met de dobbelsteen, om de vorm en werkwoord te bepalen. Vervoeg hierna het werkwoord.
Vorm
Werkwoord
1.
Je
Aimer
2.
Tu
Danser
3.
Il
Regarder
4.
Nous
Organiser
5.
Vous
Préparer
6.
Ils
Jouer
Slide 11 - Tekstslide
Au travail !
Quoi? Faire 8BCDE
Avec qui? Overleg met je buren.
Besoin d'aide? - Gebruik het rijtje op blz. 85 - Steek je hand op.
Temps?
Pourquoi? Om met regelmatige werkwoorden te oefenen
Fini? - Faire 8FGH op p. 108
timer
1:00
Slide 12 - Tekstslide
Proefwerk
Jullie krijgen je proefwerk terug: tel de scores na, zet een vraagteken bij dingen waar ik nog eens naar moet kijken.
Wat mij opviel: - De zinnen zijn heel slecht gemaakt; - Jullie zijn veel punten verloren, omdat een opdracht maar half gemaakt is, of leeggelaten. Zonde!
Slide 13 - Tekstslide
Programme
Objectif: Je begrijpt hoe je regelmatige werkwoorden op -er moet vervoegen.
Devoirs - ✔
Grammaire - ✔
8BCDE - ✔
Slide 14 - Tekstslide
Le prochain cours...
...écouter
Devoirs: - Faire 8BCDE, p. 85-86 - Apprendre "Apprendre 3", p. 101