LJ1 5.9 + 5.10 / LJ2 5.9 Woordenschat

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 5.9 + 5.10 - LJ2 5.9 Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 5.9 + 5.10 - LJ2 5.9 Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Lesopening
LJ1: Ga even in stilte lezen

LJ2: Pak je boek en schrift van Nederlands. Open je boek op blz 228. 
Doe allemaal even mee met de volgende vraag:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen van het ‘Stappenplan moeilijke woorden’ in de juiste volgorde.
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd.
Kijk naar bekende stukjes in het woord.
Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
Vraag de betekenis of zoek het op in een woordenboek.

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 en 4 op blz 228 t/m 230



Ben je klaar?
Dan lever je de opdracht in bij mij. 
Daarna ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen 
Aan het eind van deze les:
- kun je de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden spellen
- kun je getallen goed spellen

Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Jessica, Gijs, Jochem en Jamie.
Jullie mogen zelfstandig aan het werk. Je maakt opdracht 20 en 21 op blz 230 t/m 232


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

goed of fout gespeld ?

de broer van Sally -> Sallys broer
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Juiste vorm: Sally's broer
goed of fout gespeld ?
de fiets van mijn zusje
-> mijn zusjes fiets
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

goed of fout gespeld ?
de boeken van Bas
-> Bas's boeken
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Juiste vorm: Bas' boeken
Welke getallen zijn op de juiste manier genoteerd?
A
acht, achthonderd
B
8, achthonderd
C
acht, 8 honderd
D
8, 8 honderd

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?
A
Mijn broertje heeft er inmiddels 21 opgegeten en ik 16. .
B
Mijn broertje heeft er inmiddels 21 opgegeten en ik zestien.
C
Mijn broertje heeft er inmiddels eenentwintig opgegeten en ik zestien.
D
Mijn broertje heeft er inmiddels eenentwintig opgegeten en ik 16.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie maakt wat?
Had je 4/5 vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 20 en 21 op blz 230 t/m 232.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je de bezitsvorm?
Er zijn 3 schrijfregels
  1.  +s
  2. 's
  3.   '

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 bezitsvorm regel 1: +s
Je kunt de bezitsvorm maken door een s achter de naam of het zelfstandig naamwoord te zetten. 

  • de schoenen van mijn vader  >  mijn vaders schoenen
  • de kleren van mijn zusjemijn zusjes kleren
  • het beroep van Sarah >  Sarahs beroep 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een bezitsvorm:
het horloge van Sam

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

bezitsvorm regel 2: 's 
Als een naam of zelfstandig naamwoord op een lange klank eindigt: a, i, o, u, of y,
dan zet je een ' voor de s. Je schrijft dus 's (apostrof s)

  • het huis van oma   >   oma's huis
  • de moeder van Eddy   >   Eddy's moeder
  • de speen van de baby   >   baby's speen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak een bezitsvorm:
de sigaar van opa

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bezitsvorm regel 3: '
Eindigt het zelfstandig naamwoord of de naam op een sisklank
Schrijf dan alleen een apostrof, dat is ' 

  • De broer van Max  >  Max' broer
  • De zus van Bas  >  Bas' zus

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak een bezitsvorm
De jas van Els

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Instructie
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.
  • Alle cijfers t/m 20 schrijf je voluit.
  • Ronde tientallen, honderdtallen, duizendtallen schrijf je voluit. 

Uitzonderingen:
  • Bij maten en gewichten zijn cijfers soms overzichtelijker.
  • Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.

Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Begeleid inoefenen 
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maak je samen met mij opdracht 20 vraag b t/m d + opdracht 21 zin 1 t/m 4.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Zelfstandig werken
LJ1 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 20 en 21 op blz 230 t/m 232
LJ2 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 en 4 op blz 228 t/m 230



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden spellen?
- kun je getallen goed spellen?
                       

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?


- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden?
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten?
                    

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Woensdag 10 mei
5.9 + 5.10 opdracht 20 en 21

Huiswerk LJ2: 
Woensdag 10 mei
5.9 opdracht 1 en 4
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies