- je kunt de hoofdzaken van een tekst kort samenvatten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
DOEL
HOOFDZAKEN, BIJZAKEN EN KERNZINNEN
- je kunt de kernzin van een alinea vinden
- je kunt hoofd- en bijzaken in een tekst vinden
- je kunt de hoofdzaken van een tekst kort samenvatten
Slide 1 - Tekstslide
Welke vraag stel je om het onderwerp van een tekst te vinden?
Slide 2 - Woordweb
Wat is een deelonderwerp?
Slide 3 - Open vraag
Onderwerp en deelonderwerp
Onderwerp van een tekst:
- een tekst gaat ergens over, dit is het onderwerp van een tekst
- het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen
Deelonderwerpen:
- verschillende delen / aspecten die over het onderwerp gaan
Slide 4 - Tekstslide
HOOFDZAKEN
- alle belangrijke zaken die over een onderwerp worden gegeven
- hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea
- tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden
Slide 5 - Tekstslide
BIJZAKEN
- de minder belangrijke informatie over het onderwerp
- bijzaken kun je weglaten in een tekst, het belangrijkste blijft over
Slide 6 - Tekstslide
HOOFDZAKEN
- meestal aan het begin of het einde
- feiten, jaartallen of eigenschappen
Samenvatting:
alleen hoofdzaken opschrijven
BIJZAKEN
- extra uitleg en voorbeelden
- maken de tekst leuker, duidelijker en beter te begrijpen
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de hoofdzaak? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de hoofdzaak? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 9 - Quizvraag
Teksten met meer alinea's
- elke alinea heeft een eigen hoofdzaak, want de schrijver wil in elke alinea iets vertellen
- de rest van de zinnen zijn bijzaak
Slide 10 - Tekstslide
Doe oortjes in
en bekijk
het volgende filmpje!
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
KERNZINNEN
- in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak
- andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen
Slide 13 - Tekstslide
KERNZINNEN
- een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea
- soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord
Slide 14 - Tekstslide
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 15 - Quizvraag
Hoofdzaken van een tekst vind je
A
in de inleiding en de kernzin
B
alleen in kernzin
C
in de inleiding, het slot en de kernzin
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 17 - Quizvraag
Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Lees de tekst
Slide 19 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
supermodel Doutzen Kroes
B
optredens van bekende artiesten
C
actie van Dance4Life
D
inzameling van 350 duizend euro
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
het slotevenement van Dance4Life
B
Ahoy in Rotterdam
C
beloning voor leerlingen voor hun inzet
D
satellietverbinding
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
Doutzen Kroes
B
opbrengst van het scholenproject
C
ambassadrice van Dance4Life
D
bekende artiesten treden op
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?
A
Het slotevenement van Dance4Life was afgelopen zaterdag in Ahoy, Rotterdam.
B
Als beloning voor hun inzet mochten tienduizend leerlingen naar dit evenement komen.
C
Hier dansten zij met jongeren uit 26 landen tegelijk tegen aids en hiv.
D
De jongeren werden per satelliet met elkaar verbonden.
Slide 23 - Quizvraag
Welke zin uit alinea 3 gaat niet over het deelonderwerp?
A
Supermodel Doutzen Kroes maakte de totale opbrengst van het scholenproject bekend.
B
Zij is de ambassadrice van Dance4Life in Nederland.
C
Tijdens Dance4Life traden bekende artiesten als Fedde le Grand, Don Diablo en The Partysquad belangeloos op.
Slide 24 - Quizvraag
We kijken nu eerst naar de theorie in hoofdstuk 8 van Taalblokken.