Havo4-module2,3

paragraaf 2,3
Wat hoeft niet: 
Het boek spreekt over dipoolmolecuul en dipoolmoment, dit is niet nodig om te bestuderen. 
focus vooral op (a)polaire atoombinding en waterstofbrug. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 2,3
Wat hoeft niet: 
Het boek spreekt over dipoolmolecuul en dipoolmoment, dit is niet nodig om te bestuderen. 
focus vooral op (a)polaire atoombinding en waterstofbrug. 

Slide 1 - Tekstslide

paragraaf 2,3
De volgende begrippen zijn besproken in de les: elektronegativiteit; polaire atoombinding; apolaire atoombinding; ionbinding. 
Is dit nog niet helemaal duidelijk begin dan met het volgende filmpje. Zit dit goed kun je het eerste filmpje overslaan. beantwoord wel de vragen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Elektronegativiteit van een atoom kun je op zoeken in:
A
het periodiek systeem
B
binas tabel 67
C
dat kun je niet opzoeken, dat moet je uitrekenen
D
binas tabel 40a

Slide 4 - Quizvraag

Een binding is apolair als het verschil in elektronegativiteit
A
gelijk is aan 0
B
kleiner is dan 0.4
C
groter is dan 0.4 en kleiner dan 1.7
D
groter is dan 1.7

Slide 5 - Quizvraag

Welke binding is polair?
A
Tussen een metaal en een niet-metaal
B
Tussen 2 niet-metalen
C
Tussen 2 atoomsoorten met elektronegativiteit van 0,4 tot 1,7
D
Tussen 2 atoomsoorten met een verschil in elektronegativiteit 0,6-1,5

Slide 6 - Quizvraag

paragraaf 2,3
In het volgende filmpje wordt de waterstofbrug toegelicht. Dit is nieuw en moet je dus even bekijken. 
Vervolgens komen hier een aantal vragen over. 

succes


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Geef aan voor hoeveel % je de filmpjes bekeken hebt
0100

Slide 9 - Poll

Geef 5 woorden die belangrijk zijn voor paragraaf 2,3

Slide 10 - Open vraag

Een waterstofbrug is een voorbeeld van:
A
Een covalente binding
B
Een ion interactie
C
polaire atoombinding
D
Een metaal binding

Slide 11 - Quizvraag

In welk plaatje is de waterstofbrug
op de juiste manier getekend?
A
A
B
A, B
C
A, B, C
D
B

Slide 12 - Quizvraag

Welke waterstofbrug
is goed getekend?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 13 - Quizvraag

Welke waterstofbrug
is goed getekend?
A
a
B
b
C
c
D
geen enkele

Slide 14 - Quizvraag

Teken de waterstofbruggen tussen drie moleculen van het hiernaast gegeven ethaanamine.


Slide 15 - Open vraag

Teken twee watermoleculen die door middel van twee
waterstofbruggen met een ureummolecuul zijn verbonden.
Teken daarbij de watermoleculen in structuurformule en
geef de waterstofbruggen weer met stippellijntjes.

Slide 16 - Open vraag

Voorspel wat het hoogste kookpunt heeft: chloorethaan of ethanol, en geef aan waarom. Klik op het + teken voor de formules

Slide 17 - Open vraag

Welke vraag heb je nog voor je docent?

Slide 18 - Open vraag