CB l argumentatieleer opdrachten, hh periode 1, start literatuur , NUMO

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


Slide 1 - Tekstslide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:

- Herhalen periode 1
- Argumentatieleer
- Numo
- Start met literatuur

Slide 3 - Tekstslide

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je de sprongtoets gemaakt voor NUMO
- Je hebt geoefend hoe je argumenten kunt inzetten
- Herhalen periode 1
- Start gemaakt met literatuur als begrip

Slide 5 - Tekstslide

Femke Bol wint de finale van de 400 meter horden en is voor het eerst in haar carrière wereldkampioen.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Oliebollen zijn heerlijk, maar ook slecht voor je gezondheid.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Sommige docenten vinden telefoons in de klas nuttig, andere vinden ze alleen maar afleidend.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Toy Story is mijn favoriete film.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Word nu lid en ontvang een gratis badhanddoek.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf in stilte per zin op of het gaat om een standpunt + argument of een argument + standpunt. 

1. Sporten verbetert je gezondheid en verhoogt je energie. Het is belangrijk om elke dag te sporten.
2. Aangezien bomen helpen de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten we meer bomen planten in de stad. 
3. Het is beter om thuis te studeren. Thuis heb je namelijk minder afleiding

timer
0:30
Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van  diegene naast je.

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken: standpunt + argument of een argument + standpunt. 

  • 1. Sporten verbetert je gezondheid en verhoogt je energie. Het is belangrijk om elke dag te sporten. > argument + standpunt
  • 2. Aangezien bomen helpen de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten we meer bomen planten in de stad. > argument + standpunt
  • 3. Het is beter om thuis te studeren. Thuis heb je namelijk minder afleiding > standpunt + argument

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

standpunt: Leerlingen zouden minder huiswerk moeten krijgen.

argument: Minder huiswerk geeft leerlingen meer tijd om te ontspannen.

tegenargument: Sommige mensen zeggen dat huiswerk nodig is nodig om stof te herhalen en vaardigheden te oefenen. 

weerlegging: Hoewel herhaling belangrijk is, kan herhalen ook op andere manieren, zoals tijdens schooluren.

Slide 14 - Tekstslide

erfbelasting (erven + belasting)
erfenis
taks
vermogen
arbeid
sofa
onkies
fiscus
kloof tussen arm en rijk
immers
nabestaanden
1. Schrijf de woorden op die je nog niet kent. 
2. Schrijf de betekenis of de vertaling achter die woorden. 
Overleg alleen fluisterend.
timer
5:00
Klaar? Tijd voor een filmpje!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Lees de tekst Erfbelasting is zo gek nog niet (blz. 96).
Gebruik je woordenlijst bij het lezen. 

Maak opdracht 11 t/m 18. 
Eerst vijf minuten in stilte.
Overleg daarna alleen fluisterend met diegenen naast je. 
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

HAVO

- minimaal 8 literaire werken (4 werken per jaar)
>> in periode 1 las je 2 werken.
- oorspronkelijk in de Nederlandse taal

Slide 19 - Tekstslide



Wat is het verschil tussen literatuur en lectuur?

>>> filmpje

Slide 20 - Tekstslide

40:00 - 44:30
  1. Wat zijn volgens Connie Palmen kenmerken van literatuur?
  2. Wat is de mening van Saskia Noort over literatuur? 
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Fictie = verzonnen verhalen


Lectuur:
  • simpele verhaallijn
  • voorspelbaar patroon (clichés)
  • oppervlakkige personages

Literatuur
  • diepgang
  • verrassend/uniek
  • personages uitgewerkt tot karakter
  • ruimte voor interpretatie
  • kritische houding

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les heb je de sprongtoets gemaakt voor NUMO
- Je hebt geoefend hoe je argumenten kunt inzetten
- Herhalen periode 1
- Start gemaakt met literatuur als begrip

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 24 - Open vraag

Volgende keer
- NUMO
- Argumentatiestructuur
- Literatuur als begrip
- Herhalen overtuigen

Slide 25 - Tekstslide