CB l argumentatieleer hh, argumentatiestructuur, start literatuur en korte verhalen, NUMO

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


Slide 1 - Tekstslide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:

- Kort verhaal gelezen
- Argumentatieleer herhalen + nakijken opdr
- Numo
- Start met literatuur
- Argumentatiestructuur

Slide 3 - Tekstslide

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geofend
- Heb je je opdrachten argumentatieleer nagekeken
- Kort verhaal gelezen
- Start gemaakt met literatuur als begrip
- Inzicht in argumentatiestructuren

Slide 5 - Tekstslide

Op welke manieren kan je iemand overtuigen? Zie p.102 theorieboek

Slide 6 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging? Zie p. 103 theorieboek

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Argumentatiestructuur: manier waarop argumentatie is opgebouwd.

Argumentatiestructuren:
- Enkelvoudig
- Onderschikkend
- Nevenschikkend
          - onafhankelijk
          - afhankelijk


Maak aantekeningen!

Slide 9 - Tekstslide

Ik zou maar een paraplu meenemen, want het gaat zo regenen. 
Enkelvoudige argumentatie: 
Een standpunt wordt ondersteund met één argument. 

Slide 10 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie:
Er wordt één argument ondersteund met één of meerdere ander(e) subargument(en). 
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor de gezondheid, want roken kan zorgen voor hart- en vaatziekten.

Slide 11 - Tekstslide

 Nevenschikkend: meerdere argumenten
- onafhankelijk: argumenten staan los van elkaar
- afhankelijk: argumenten kunnen niet los van elkaar

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 1. 
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor je gezondheid en kost veel geld.

  • Iedereen zou moeten stoppen met roken (standpunt), want roken is ontzettend slecht voor je gezondheid (arg 1) en roken kost veel geld (arg 2). 

argumentatiestructuur: 
  • onafhankelijk nevenschikkend

1. Benoem het standpunt en de argumenten. 
2. Benoem de argumentatiestructuur.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 2. 
Op dat feestje stond de muziek stond heel hard en ik kan niet goed tegen veel geluid. Ik vond het dus geen leuke avond. 

  • Op dat feestje stond de muziek stond heel hard (arg 1) en ik kan niet goed tegen veel geluid (arg 2 over arg 1). Ik vond het dus geen leuke avond (standpunt).

argumentatiestructuur:
  • afhankelijk nevenschikkend

1. Benoem het standpunt en de argumenten. 
2. Benoem de argumentatiestructuur.

Slide 14 - Tekstslide

Maak opdracht 5 en 6 (blz. 98). 

Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
timer
12:00

Slide 15 - Tekstslide

HAVO

- minimaal 8 literaire werken (4 werken per jaar)
>> in periode 1 las je 2 werken.
- oorspronkelijk in de Nederlandse taal

Slide 16 - Tekstslide



Wat is het verschil tussen literatuur en lectuur?

>>> filmpje

Slide 17 - Tekstslide

40:00 - 44:30
  1. Wat zijn volgens Connie Palmen kenmerken van literatuur?
  2. Wat is de mening van Saskia Noort over literatuur? 
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Fictie = verzonnen verhalen


Lectuur:
  • simpele verhaallijn
  • voorspelbaar patroon (clichés)
  • oppervlakkige personages

Literatuur
  • diepgang
  • verrassend/uniek
  • personages uitgewerkt tot karakter
  • ruimte voor interpretatie
  • kritische houding

Slide 19 - Tekstslide

Lees 'Pikorde' en maak de vragen
1. Wat betekent 'pikorde'?
2. Wat betekent 'immigrant?
3. Waarom verzetten 'oude' immigranten zich tegen 'nieuwe' immigranten?
4. Wat is de conclusie/les van het verhaal?
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geofend
- Heb je je opdrachten argumentatieleer nagekeken
- Kort verhaal gelezen
- Start gemaakt met literatuur als begrip
- Inzicht in argumentatiestructuren

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Open vraag