2v H4 week 43 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom bij 

deze les! 

Programma

Signaalwoorden: oefening + opdracht nakijken

Komma's plaatsen

Samengestelde zinnen en voegwoorden: hoe zit het ook alweer?

Oefenen: werkwoorden of zelftoets

Lesdoelen

• Je kent de signaalwoorden voor voorbeeld en middel-doel en kunt ze gebruiken.
• Je kunt samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen.
• Je kunt onderscheid maken tussen onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden.

Verband: voorbeeld

In de kantine kun je verschillende broodjes kopen, bijvoorbeeld/zoals pistolets met kaas of bruine bollen met salami.

Sommige gewoontes zijn slecht voor je gezondheid, denk aan varen en alcohol drinken.

Verband: middel doel

Ik slik elke dag een vitaminepil, opdat ik deze winter geen griep

krijg.

Ik slik elke dag een vitaminepil om te voorkomen dat ik griep krijg.

Met behulp van een grafische rekenmachine kun je ingewikkelde opgaven oplossen.

Oefening

Wat? Herken de signaalwoorden

Hoe? Samen met je buur invullen op het blad

Hulp? Steek je hand op

Tijd? 7 minuten

Klaar? Maak opdracht 19 en 20 af en 

maak daarna opdracht 21 (blz. 116-117

Komma

De komma is een korte pauze in een zin. Zonder de komma kan een zin verkeerd geïnterpreteerd worden.

Opdracht 18 (blz. 116)

Schiet op, oma!

Schiet op oma!

Samengestelde zin

• Een zin met twee of meer persoonsvormen. 
  
• Worden (vaak) met elkaar verbonden door voegwoorden.
• Nevenschikkend en onderschikkend.

Hoofdzinnen en bijzinnen

Een samengestelde zin kan bestaan uit:

• twee (of meer) hoofdzinnen
  
• een hoofdzin en bijzin(nen)

• Er is altijd een hoofdzin bij een samengestelde zin!
  

Samengestelde zin

Let op de plaats van de persoonsvorm en het onderwerp.

Hoofdzin: pv en ond naast elkaar en onscheidbaar!

1. Hoofdzin + hoofdzin Nevenschikkende voegwoorden: want, maar, en, of, dus	2. Hoofdzin + bijzin Onderschikkende voegwoorden: dat, omdat, toen, sinds, dan, als, enz.
De man eet taart, want daar heeft hij zin in.	De man eet een taart, omdat hij honger heeft .

Nakijken

Wat? H4 opdracht 4 en 5 (blz. 103-104)

Tijd? 10 minuten

Klaar? Huiswerk nakijken (antwoorden

staan op Classroom), daarna werken aan PK

Oefenen

Wat? Werkwoorden of zelftoets

Hoe? Uitdeelblad (ww) of online methode (zelftoets)

Hulp? Brein - Boek (of CR) - Buur - Baas

Tijd? Rest van de les

Werken aan je Pecha Kucha