- Je kunt uitleggen wat fotosynthese is (welke stoffen nodig hebt en wat er ontstaat).
- Je kunt opnoemen welke andere stoffen er met behulp van glucose gemaakt worden en uitleggen waar ze voor gebruikt worden.
- Je kunt beschrijven hoe eencellige organismen stoffen kunnen op- en afnemen (endocytose, exocytose).
- Je kunt uitleggen wat actief en passief transport is.
- Je kunt de processen osmose en diffusie beschrijven.
- Je kunt een aantal verschillende manieren noemen waarop prooidieren zichzelf beschermen.
- Je kunt een aantal verschillende manieren noemen waarop planten zichzelf beschermen.