Module reflectie - module 4 - les 1/2

Module reflectie
Module 4 - Les 1
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module reflectie
Module 4 - Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Module reflectie en leerteam
  • Uitleg inhoud module 4
  • Uitleg eindopdracht
  • Start les 1 

Slide 2 - Tekstslide

Module reflectie en leerteam
De lessen zijn deze module om de week!
Lesweek 1: module reflectie
Lesweek 2: leerteam 
Lesweek 3: module reflectie
Lesweek 4: leerteam
Lesweek 5: module reflectie
Lesweek 6: leerteam
Lesweek 7: module reflectie
Lesweek 8: leerteam

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg module 4
Komende lesweken staan in het teken van Vitaal Burgerschap.
Onderwerpen die aan bod komen:
Les 1/2: Drugs en roken
Les 3/4: Alcohol en sporten
Les 5/6: Mentale gezondheid en liefde/seksualiteit/LHBTQIA+
Les 7/8: Beroepsdilemma's en uitwerken eindopdracht

Slide 4 - Tekstslide

De onderwerpen
Er gaan 7 verschillende onderwerpen aan bod komen.
Op ieder vel staat één van de onderwerpen.
In groepjes van 3 ga je per onderwerp opschrijven wat jij denkt dat hierover aan bod gaat komen. Welke koppeling naar het werkveld zit hier ook in?
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg eindopdracht
Om deze dimensie af te sluiten ga je een artikel schrijven over vitaliteit. In de studiewijzer op Its Learning vind je linkjes naar verschillende documentaires die te maken hebben met vitaliteit van mensen. Kies één van deze documentaires uit. 
Na het kijken van de documentaire, ga jij je eigen mening over het onderwerp vormen. Wat vind je nu eigenlijk van de vitaliteit van de persoon uit de documentaire?



Slide 6 - Tekstslide

Uitleg eindopdracht
Aan de hand van jouw eigen mening ga je een artikel schrijven. Een artikel is bedoeld om mensen te overtuigen van jouw mening, waarbij je verschillende argumenten gebruikt, zodat mensen jouw mening gaan volgen. Zorg dat je in je artikel benoemd welke documentaire je hebt gekeken.
In het artikel wat je voor deze opdracht schrijft geef jij je eigen mening, waarna je hem onderbouwt met 3 goede argumenten. Minstens 2 van deze argumenten koppel je aan theoretische informatie die je uit de les of uit online bronnen haalt. De bronnen die je gebruikt, voeg je toe aan je artikel.
Ken jij nog een leuke documentaire omtrent dit onderwerp, maar staat deze niet in de lijst? Check bij je lesgevend docent of dit mogelijk is. 

Slide 7 - Tekstslide

Module 4 - Les 1
Drugs

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke soorten drugs ken je?

Slide 10 - Woordweb

Verdovende middelen
Stimulerende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
GHB
XTC
Paddo's
Wiet
Hasj
Speed
Cocaine
Lachgas

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

ANONIEM
Gebruik je zelf ook weleens drugs?
Zo ja, welke drug?

Slide 14 - Open vraag

Ken jij iemand die onlangs meer drugs is gaan gebruiken? Bijvoorbeeld tijdens/na corona?
A
Ja
B
Nee
C
Anders

Slide 15 - Quizvraag

Welke bekende Nederlanders ken je waarbij sprake is van een verslaving?

Slide 16 - Woordweb

Drugsgebruik BN'ers
Andre Hazes > verschillende middelen
Gordon > cocaïne
Samantha de Jong (Barbie) > verschillende middelen
Yuri van Gelder > cocaïne
Sylvia Geersen > cocaïne
Lange Frans > cocaïne
Ronnie Flex > wiet
Ferry Doedens > cocaïne
Katja Schuurman > cocaïne
Sarah van Soelen > cocaïne





Slide 17 - Tekstslide

Vind je het zorgelijk dat er sprake is van een toename van drugsgebruik? Licht je antwoord toe!

Slide 18 - Open vraag

Welk advies zou jij aan jongeren geven die (veel)
drugs gebruiken?

Slide 19 - Woordweb

LVB en verslaving
Uit onderzoek blijkt dat er veel meer mensen zijn met een verstandelijke beperking en verslaving dan verwacht. 
Mensen met een LVB zijn heel kwetsbaar voor het ontwikkelen van een verslaving en de gevolgen hiervan zijn ook nog eens heftiger bij deze groep.

De LVB-groep wordt vaak gezien als een complexe doelgroep en vergt van zorgverleners een hoop doorzettingsvermogen en flexibiliteit.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

'Elitedrug' roze cocaïne
Roze cocaïne, hoewel de naam anders doet denken, blijkt een mengelmoes van verschillende drugssoorten, behalve cocaïne. 
In het roze poeder werden stoffen als ketamine, MDMA, amfetamine, cafeïne, 3MMC, fentanyl en andere designer drugs gevonden. De samenstelling kan steeds verschillend zijn. Die onvoorspelbaarheid maakt de drug daarom zo gevaarlijk.

Slide 23 - Tekstslide

Bij welke instanties kan je terecht als je verslaafd bent aan drugs?

Slide 24 - Open vraag

Module reflectie
Module 4 - Les 2

Slide 25 - Tekstslide

Alle schoolterreinen moet nu volgens de wet rookvrij zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke opleidingsgroep zien we de meeste rokers?
A
Laag opgeleide
B
Middelbare opleiding
C
Hoog opgeleide

Slide 27 - Quizvraag

Rook jij? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

E-sigaret
De vloeistof die wordt gebruikt bij het vapen heet e-liquid. De damp van een e-sigaret bevat vaak schadelijke stoffen, zoals nicotine, propyleenglycol, glycerol en aldehyden. Het inademen van deze stoffen kan de luchtwegen irriteren of beschadigen.

Slide 32 - Tekstslide

Gebruik e-sigaretten
In 2018 gebruikte 3,1% van de Nederlandse volwassenen de e-sigaret wel eens en 4,3% van de Nederlandse volwassenen was een voormalige (wel eens) e-sigaret gebruiker.
Van de mbo- en hbo-studenten tussen de 16 en 18 jaar heeft 44% ooit een e-sigaret gebruikt.

Slide 33 - Tekstslide

Gevolgen e-sigaret
De e-sigaret is een redelijk nieuw product. Daarom zijn nog niet alle gevolgen op de lange termijn duidelijk. Maar mensen die regelmatig dampen met een e-sigaret, kunnen last krijgen van hoesten of een piepende ademhaling.
In de damp van een e-sigaret zitten giftige stoffen, zoals propyleenglycol en glycerol. Die stoffen kunnen zorgen voor hartkloppingen. En er is een grotere kans om kanker te krijgen.
In de meeste e-vloeistoffen wordt nicotine gedaan. Nicotine is een verslavende stof. Mensen kunnen daardoor verslaafd raken aan e-sigaretten.

Slide 34 - Tekstslide

Kletskaarten
Indien mogelijk

Slide 35 - Tekstslide

Waarom beginnen?
  1. Nieuwsgierig
  2.  Gedrag van anderen overnemen
  3. Erbij willen horen
  4. Afzetten tegen ouders en regels
  5. Eigen identiteit
  6. Ziet er volwassen uit

Slide 36 - Tekstslide

Waarom is stoppen zo moeilijk?
  1.  Lichamelijk afhankelijk
  2. Geen last van het roken (in het begin)
  3. Verslaving is zelf belonend
  4. Rookgedrag = gewoontegedrag
  5. Stoppen leidt tot ontwenningsverschijnselen
  6. Geestelijk verslaafd
  7. Roken is je identiteit

Slide 37 - Tekstslide

Ontkenningsgedrag
  • Ik kan er zo mee stoppen als ik wil!
  • Ik rook helemaal niet zo veel!
  • Af en toe eentje kan geen kwaad
  • Ik sport toch veel
  • Ze proberen je zoveel wijs te maken
  • Mijn opa rookt al 70 jaar en is kerngezond
  • Ik kan wel stoppen maar wat heb ik daar aan? Ik kan ook zo een ongeluk krijgen 
  • Als ik stop vind ik aan het leven niets meer aan en dan zou ik ook nog zo veel langer moeten leven?

Slide 38 - Tekstslide

Rokers moeten meer zorgpremie betalen dan NIET-rokers.
0100

Slide 39 - Poll

Nederland zou volledig rookvrij moeten zijn. Als mensen willen roken moeten ze dat thuis doen.
0100

Slide 40 - Poll

Stoppen met roken heeft een positief effect op
A
Kans op depressie
B
Verminderen van angst en stress
C
Daling bloeddruk en hartslag
D
Alle antwoorden

Slide 41 - Quizvraag

Wat is de werking van nicotine?
A
Verdovend effect
B
Stimulerend effect
C
Hallucinerend effect

Slide 42 - Quizvraag

Passief roken zorgt voor extra risico op longkanker.
A
Niet waar
B
Waar, voor 5 tot 10%
C
Waar, voor 10 tot 20%
D
Waar, voor 20 tot 30%

Slide 43 - Quizvraag

Aan welke rookgerelateerde ziekte sterven de meeste mensen?
A
COPD
B
Longkanker
C
Slokdarmkanker
D
Hartfalen

Slide 44 - Quizvraag