Fictie en non-fictie

Leerdoelen  
Aan het eind van deze les kun je:  
- in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.  
- bij teksten onderscheid maken tussen fictie en non-fictie.   
- zelf fictie schrijven op basis van informatie.
 
  

 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen  
Aan het eind van deze les kun je:  
- in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.  
- bij teksten onderscheid maken tussen fictie en non-fictie.   
- zelf fictie schrijven op basis van informatie.
 
  

 

Slide 1 - Tekstslide

Fictie
Vooraf 
 
In deze opdracht staat fictie centraal. 
 



Slide 2 - Tekstslide

Fictie

Slide 3 - Woordweb

Non-fictie
Verhalen, teksten en tv-programma's die niet zijn verzonnen.

Slide 4 - Tekstslide

Fictie of non-fictie?

Een website met informatie over Nepal
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Een wetenschappelijk artikel
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quizvraag

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Link

Geef antwoord op de volgende vragen. Overleg met je buurman of buurvrouw.
1. Is 'Het kistje' een goed voorbeeld van fictie? 
2. Vind jij de hoofdpersoon een realistisch personage in het verhaal? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat zijn realistische verhalen?
A
Verhalen die lijken op gebeurtenissen die echt kunnen gebeuren
B
Verhalen die in het echt niet kunnen voorkomen

Slide 11 - Quizvraag

Fictie kan bestaat uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.
Bovenstaande uitspraak is
A
niet waar
B
waar
C
weet ik niet

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
Zelf een stukje fictie schrijven  
Schrijf nu zelf een stukje fictie op basis van feiten!  
Lees eerst onderstaand artikel.  
  
Applaus te huur  
Een heuse juichverhuurdienst uit Keulen kon de vele opdrachten met moeite aan. Het studentenbedrijfje zorgde voor volk en lol op feestjes, speelde voor fanclub of haalde de klant op de luchthaven af alsof hij Michael Jackson was. Prijs: 100 euro om een fan te huren, die juicht en applaudisseert alsof zijn 

leven ervan afhangt. Jammer dat de studenten intussen zijn afgestudeerd. De applausdienst is opgedoekt.   
( Uit: Fladder) 

Schrijf in jouw schrift een kort verhaaltje (fictie) met behulp van gegevens uit het artikel. Onderstreep in je tekst enkele feiten die je gebruikt. 
Laat je verhaaltje lezen aan een klasgenoot. Vraag om commentaar. Natuurlijk lees jij ook zijn/haar verhaal. Geef op een goede manier feedback.

Slide 13 - Tekstslide