geschiedenis

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bij tijdsaanduiding en tijdsindeling
De kinderen ontwikkelen en maken gebruik van een tijdbalk.
Ze plaatsen gebeurtenissen en personen uit hun eigen leven op een tijdbalk.
Ze plaatsen daarna gebeurtenissen, verschijnselen en personen uit de geschiedenis op een tijdbalk.

Slide 7 - Tekstslide

5 werkvormen bij geschiedenis:

De placemat

 





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

wie was Hugo de groot?
- geboren in 183, ongeveer 439 jaar geleden

_ een rechtsgeleerde

- kende het latijns op heel vroege leeftijd, 11 jaar
-werd gevangen gehouden

Slide 10 - Tekstslide

ballingschap= gevangenhouden

Slide 11 - Tekstslide

latijnse termen in het recht: 
-lex derogat legi generali

- nebis in idem

Slide 12 - Tekstslide

https://wikikids.nl/Bestand:Mobile_phone_PHS_Japan_1997-2003.jpg

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

5 werkvormen bij geschiedenis:

De placemat
Welk woord hoort er niet bij
Het verboden woord
Begrippen tekenen
Dorpen vergelijken
 





Slide 18 - Tekstslide

Soorten Beeldvormers:

1. De Werkelijkheid (omgeving)
2. Afbeeldingen
3. Het Gesproken Woord
4. Het Geschreven Woord
5. Doen 




Slide 19 - Tekstslide

Hoe: Beeldvormersschema ​:

C: De werkelijkheid
1. de schoolomgeving (dorp, stad,) ​
2. voorwerpen (museum) ​

B: Afbeeldingen ​
1. schilderij, prent, tekening, foto, ansichtkaart en karikatuur ​
2. dia, film, (school)televisie ​
3. wandplaat, bordtekening ​
4. prentenboek en strip ​
5. model en maquette ​
6. kaart (wandplaat en atlas) ​

C: Het gesproken woord ​
1. het verhaal: vertellen en voorlezen ​
2. de feiten: uitleggen, bespreken, verklaren en het gesprek ​
3. het interview ​













C: Het gesproken woord ​

1. het verhaal: vertellen en voorlezen ​
2. de feiten: uitleggen, bespreken, verklaren en het gesprek ​
3. het interview ​
4. de gastspreker ​
5. historisch geluid / radio ​
D: Het geschreven/gedrukte woord ​
1. verhalende teksten ​
2. informatieve teksten ​
3. schema's, tabellen en grafieken ​
4. informatieve bronnen ​
E: Doen ​
1. leven als... ​
2. spelen als... ​
3. spelen met... ​














Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

2021 Jaar van Hugo de Groot
Wie?Wanneer?
Waarom nog zo belangrijk?
Het wonderkind van Nederland
Boekenkist/400 jaar geleden
Slot/ Kasteel Loevestein 
Maria
Van Oldenbarnevelt

Slide 24 - Tekstslide