Tot de secundaire geslachtskenmerken van de vrouw worden gerekend:
het volgroeid zijn van eierstokken, baarmoeder, vagina en vulva;
menstruatiecyclus
de borsten;
beharing onder de oksels en in de schaamstreek;
verbreding van het bekken;
toename van onderhuids vet op bepaalde plaatsen, zoals heupen en bovenbenen.
De secundaire geslachtskenmerken bij de man zijn:
het volgroeid zijn van teelballen en penis;
stemverlaging (‘baard in de keel');
beharing onder de oksels, in de schaamstreek, in het gezicht, op de borst en op de ledematen;
grotere bot- en spierontwikkeling dan bij de vrouw.