Zonder titel les 2 Personages Perspectief

H2Q
Welkom
Roman, schrift en pen op je tafel
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2Q
Welkom
Roman, schrift en pen op je tafel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht: 

1. Geef een voorbeeld van een non-fictieboek
2. Geef een voorbeeld van een onrealistisch fictieboek
3. Welk dier "is" Joshua en welk dier "is" Zivan?
4. Zivan is een half jaar weggeweest. (pag. 66). Waar is ze geweest?




Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze les ken je de literaire begrippen personages en perspectief en kun je ze toepassen op Zonder Titel.

=> 7 mei: boektoets Zonder Titel

     

    Slide 4 - Tekstslide

    t/m hst 25, pag. 101

    Vragen reader pag. 2 t/m 5

    Eerst zelf nakijken, daarna paar vragen klassikaal bespreken









    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Tekstslide

    Reader
    3. Welke vooroordelen hebben Joshua en Sergio over elkaar?  
    4. Hoe vindt Joshua het dat hij ‘Rembrandt’ wordt genoemd?
    5. Hoe reageren Sergio en Dylan als Joshua ‘Badr’ tegen Sergio zegt?  

    Slide 7 - Tekstslide

    Uitleg literaire begrippen
    document staat ook op Teams, Bestanden, Lesmateriaal

    Slide 8 - Tekstslide

    Personages
    • Verzonnen door schrijver (maar kunnen gebaseerd zijn op echte personen)
    • Hoofdpersonen: gedachten, uiterlijk en gevoel uitgebreid beschreven. 
    • Bijfiguren: kort en eenvoudig beschreven
    • Karakterontwikkeling: in de loop van het verhaal zie je dat een hoofdpersoon verandert / iets begrijpt of ontdekt / zich anders gedraagt
    • ...Als lezer leef je met hem/haar mee.

    Slide 9 - Tekstslide

    (Vertel-) perspectief

    • De persoon vanuit wie je de gebeurtenissen in het verhaal meekrijgt
    • Dat is bepaald door de schrijver

    Slide 10 - Tekstslide

    Drie vormen:
    1. ik-perspectief (ik-persoon vertelt het verhaal): 
    2. in Alaska waren er twee ik-perspectieven (Parker in het ene hoofdstuk; Sven in het andere hoofdstuk)
    3. personaal perspectief (hij/zij-persoon vertelt het verhaal)
    4. meervoudig personaal perspectief (verschillende hij/zij-personen).

    Slide 11 - Tekstslide

    Vier vormen:
    1. *alwetend perspectief: verteller weet méér dan personages en 'hangt boven het verhaal': maakt er zelf geen deel van uit. Kan ook commentaar geven op de personages
    2. Let op: de auteur zelf blijft buiten het verhaal. Deze is GEEN personage/verteller! 

    Slide 12 - Tekstslide

    Perspectief
    • kan onbetrouwbaar zijn, omdat je als lezer een onvolledig, onjuist of vertekend beeld kan krijgen. Bijvoorbeeld als de verteller droomt, hallucineert of duidelijk liegt. 
    • het perspectief kan wisselen - vaak is er dan een witregel of nieuw hoofdstuk. Dus dan beleven we het verhaal vanuit een ander personage.

    Slide 13 - Tekstslide

    => welk 
    perspectief? 

    Slide 14 - Tekstslide

    => welk perspectief? 

    Slide 15 - Tekstslide

    Zonder Titel 

    • Noteer van Joshua en Zivan het innerlijk en uiterlijk (pag. 6)
    • Via wie krijgen we het verhaal Zonder Titel vooral mee? Welk perspectief is dat? (pag. 9)

    Slide 16 - Tekstslide

    Welke vragen heb je nog?
    • ...
    • Wat heb je geleerd in deze les? 

    Slide 17 - Tekstslide

    Zelfstandig werken
    Noteer in je Plenda voor 2 april:

    • Zonder Titel: lezen t/m pag 151
    • alle opdrachten maken t/m pag. 9. 
    • tekstblokken theorie lezen uit de reader t/m pag. 9
    • Let op: pag. 10 t/m 16 uit de reader behandelen we niet. Zet daar een streep door.

    Slide 18 - Tekstslide

    Wat heb je geleerd?

    Slide 19 - Tekstslide