4-8 sept Literaire begrippen tijd, spanning en ruimte

T G 2 D 
5 sept.

startopdracht 
werkwoordspelling
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T G 2 D 
5 sept.

startopdracht 
werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Programma deze week
Boek Erna Sassen Zonder Titel en literaire begrippen



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze les ken je de literaire begrippen tijd, ruimte en spanning en kun je ze toepassen op teksten.
=> TEA 1: toets Zonder Titel

     

    Slide 3 - Tekstslide

    Huiswerk bespreken
    • Lezen tm 120 pag.
    • vragen maken uit document Literaire begrippen t/m pag. 4
    • Het document heb je natuurlijk bij je (is terug te vinden op Teams/Bestanden).

       

      Slide 4 - Tekstslide

      Uitleg literaire begrippen
      Je maakt aantekeningen

      Slide 5 - Tekstslide

      In welke tijd speelt dit?
      Een jongen komt bij in een snikhete, kale grasvlakte. Hij kan zich niets meer herinneren. Tot zijn opluchting vindt hij een rugzak met daarin een telefoon. Hij wil het alarmnummer intoetsen, maar ziet dat hij een voicemailbericht heeft ontvangen. Hij luistert het af en hoort zijn eigen stem zeggen: ‘Wat er ook gebeurt, bel in geen geval de politie.’

      Slide 6 - Tekstslide

      Boy 7, Mirjam Mous, 2009
      Aanwijzigingen:
      - mobiele telefoon
      - voicemailberichten

      Slide 7 - Tekstslide

      Welke tijd?
      'Om halfdrie keerden de Van Raats van het souper terug naar het Nassauplein. Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, stelde Betsy zich haar slapenden jongen voor, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij nam de bougie, van den pijler der trap, en ging naar boven.'

      Uittreksel van: Louis Couperus. 'Eline Vere'. iBooks. https://books.apple.com/nl/book/eline-vere/id511062936

      Slide 8 - Tekstslide

      Welke tijd?
      'Om halfdrie keerden de Van Raats van het 
      souper (lichte avondmaaltijd) terug naar het Nassauplein. Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, stelde Betsy zich haar slapenden jongen voor, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij nam de bougie (kaars), van den pijler der trap, en ging naar boven.'

      Uittreksel van: Louis Couperus. 'Eline Vere'. iBooks. https://books.apple.com/nl/book/eline-vere/id511062936

      Slide 9 - Tekstslide

      1888, Eline Vere, Couperus
      Aanwijzigingen:
      - taalgebruik en schrijfwijze
      - knecht en meiden als personeel
      - kaars als verlichting 

      Uittreksel van: Louis Couperus. 'Eline Vere'. iBooks. https://books.apple.com/nl/book/eline-vere/id511062936

      Slide 10 - Tekstslide

      Tijd
      • Waaraan zie je in welke tijd een verhaal of film zich afspeelt? 
      • ...
      • voorwerpen, omgangsvormen, wel of geen internet, voertuigen, taalgebruik, etc.  
      • => dit noem je de historische tijd

      Slide 11 - Tekstslide

      Nog meer begrippen rond 'tijd': 
      Vertelde tijd = tijdsduur van het verhaal. Een verhaal kan een paar dagen, een paar maanden of een aantal jaar duren.
      Hoe zit dit met Zonder Titel?


      Verteltijd: hoe lang je erover doet om het verhaal te lezen. Je drukt dit uit in pagina's / regels / woorden.

      Slide 12 - Tekstslide

      Een verhaal is vaak niet-chronologisch
      chronologisch: alle gebeurtenissen volgens de tijd
      • opbouw van een verhaal: hoeveel hoofdstukken, zijn er hoofdstuktitels en wat betekenen ze
      • flashback: je gaat terug in de tijd. Doel: meer uitleg over het verleden om het heden te begrijpen
      • flashforward: je stapt even uit het grote verhaal en leest iets over later (de toekomst). Doel: extra info geven 

      Slide 13 - Tekstslide

      Nog meer begrippen mbt tijd 
      • tijdssprong: er wordt een stuk tijd overgeslagen. Doel: vaart in het verhaal houden.
      • versnelling: wat er allemaal gebeurt, is kort opgeschreven. Doel: vaart in het verhaal houden
      • vertraging: wat er allemaal gebeurt, is heel uitgebreid beschreven. Doel: met vertraging bouw je spanning op.

      Slide 14 - Tekstslide

      Kijkopdracht - James Bond


      Welk begrip van 'tijd' zien we hier terug? 

      Slide 15 - Tekstslide

      Slide 16 - Video

      Zelfstandig werken
      1. Plenda woensdag 6 sept: lezen t/m pag. 140
      2. Uitleg lezen Literaire begrippen (Tijd)
      3. Vragen beantwoorden over Tijd, pag. 5-6
      4. Maak een tijdsbalk van het verhaal en plaats de belangrijke 

      5. Lezen in Zonder Titel, t/m 179 voor volgende dinsdag

      Slide 17 - Tekstslide

      pag.252
      start van het verhaal

      Slide 18 - Tekstslide

      T G 2 D 

      6 sept.

      Slide 19 - Tekstslide

      t/m pag. 142 gelezen



      Hoe is Zivan als vluchteling? 










      Slide 20 - Tekstslide

      Lees tekst "Niemand kiest ervoor om vluchteling te zijn" en onderstreep moeilijke woorden


       

      Vraag: in hoeverre verschilt Zivans situatie met die van Sabrine? 

      Slide 21 - Tekstslide

      Zelfgemaakte vragen maken 
      zie Teams/Lesmateriaal/Bestanden

      Slide 22 - Tekstslide

      Literaire begrippen
      Je maakt aantekeningen

      Slide 23 - Tekstslide

      Bespreken huiswerk van vorige lessen

      Pag. 1 t/m 4

      Slide 24 - Tekstslide

      Ruimte
      De plaatsen, het weer en het tijdstip waarop het verhaal zich afspeelt bepalen de sfeer

      • Is het weer belangrijk voor dit verhaal? 
      • Op welke plekken speelt Zonder Titel zich af?
      • ...
      • klaslokaal, schoolplein, kamer van Joshua, sportschool, opvanghuis in Friesland, bij het huis van Shanya, ingang van de supermarkt Vomar,...

      Slide 25 - Tekstslide

      Ruimte
      Soms komt het weer / de ruimte overeen met hoe de hoofdpersoon zich voelt. Dat heet *parallellie. Bijvoorbeeld:
      • zonneschijn * blijdschap 
      • donkere, mysterieuze kelder * angst of spanning

      *Contrast: de ruime is tegengesteld aan wat er zich afspeelt. Bv:
      • begrafenis * zonnig, stralend weer
      • vrolijk strand met spelende kinderen * dreiging van een haai in zee.



      Slide 26 - Tekstslide

      Overzicht literaire begrippen
      - fictie/non-fictie
      - realistisch/niet-realistisch
      - personages: hoofdpersonen, bijfiguren, karakterontwikkeling
      - perspectief: ik-/ personaal / meervoudig personaal / alwetend
      - tijd: historisch, versnelling, vertraging, vertelde tijd, verteltijd, flashback, flashforward, opbouw van het verhaal
      - ruimte: sfeer, weer, tijdstip, parallellie, contrast
      - spanning

      Slide 27 - Tekstslide

      Wat veroorzaakt spanning in een roman of film?
      •  ...
      • dingen die als lezer nog niet weet (open plekken)
      • cliffhangers
      • vb: detective: wie heeft het gedaan?
      • muziek, licht-/donkereffecten, uiterlijk van personages, tijdvertragingen, spannende plekken
      • Let op: spanning is géén actie of sensatie 

      Slide 28 - Tekstslide

      Slide 29 - Tekstslide

      Welke spanning komt in Zonder Titel voor?

      Slide 30 - Tekstslide

      Welke vragen heb je nog? 
      Plenda (en nu aan werken): 
      1. Vragen beantwoorden over Tijd, Ruimte, pag. 5, 6 en 7. 
      2. Zo nodig theorie lezen


      3. Verder lezen in Zonder Titel (t/m pag. 179 voor dinsdag 12 sept).

      Slide 31 - Tekstslide

      Wat heb je geleerd in 
      deze les?

      Slide 32 - Tekstslide