klas TH2M week 4 les 6 en 7 Tijd, Ruimte, Spanning

Welkom TH2M

Reader, schrift, roman op tafel

Startopdracht: beeldspraak
1. "De wind fluistert haar naam." Hoe noemen we dit?
2. "Je lijkt wel een verzopen kat!" Hoe noemen we dit?
3. Schrijf nu zelf een zin met beeldspraak.




1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom TH2M

Reader, schrift, roman op tafel

Startopdracht: beeldspraak
1. "De wind fluistert haar naam." Hoe noemen we dit?
2. "Je lijkt wel een verzopen kat!" Hoe noemen we dit?
3. Schrijf nu zelf een zin met beeldspraak.




Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze week ken je de literaire begrippen Tijd, Ruimte en Spanning 

=> TEA 1: toets Zonder Titel
=> formatief toetsje over Zonder Titel: laptop bij je


     

    Slide 3 - Tekstslide

    Opdrachten t/m pag 16 af
    Lezen in Zonder Titel t/m hst. 48 = pag. 179


    => Lees elkaars gedicht









    Slide 4 - Tekstslide

    Uitleg literaire begrippen
    Je maakt aantekeningen

    Slide 5 - Tekstslide

    In welke tijd speelt dit fragment?
    Een jongen komt bij in een snikhete, kale grasvlakte. Hij kan zich niets meer herinneren. Tot zijn opluchting vindt hij een rugzak met daarin een telefoon. Hij wil het alarmnummer intoetsen, maar ziet dat hij een voicemailbericht heeft ontvangen. Hij luistert het af en hoort zijn eigen stem zeggen: ‘Wat er ook gebeurt, bel in geen geval de politie.’

    Slide 6 - Tekstslide

    Boy 7, Mirjam Mous, 2009
    Aanwijzigingen in het verhaal:
    • ....
    • mobiele telefoon
    • voicemailberichten
    • is het jaar van publicatie een aanwijzing?

    Slide 7 - Tekstslide

    Welke tijd?
    • ‘Heeft die hond dat kleintje gebeten?’ vroeg Jorinde. Nu keek iedereen naar haar. Wantrouwend. Jorinde veegde haar opeens klamme handen af aan haar mooie jurk. Veel mooier dan die van de mensen om haar heen. Dat waren poorters, rijke inwoners van de stad. Maar Jorinde was een jonkvrouw, van dezelfde stand als de Hertog, en dat kregen ze nu door. Hun blikken werden vijandig. Jorinde knielde neer, maar ze werd aan de kant geduwd door een heer in zwart fluweel. 'Laat mij maar. Ik ben chirurgijn.’



    Slide 8 - Tekstslide

    "Ontsnapt uit het slot", Lydia Rood (2021)
    • ‘Heeft die hond dat kleintje gebeten?’ vroeg Jorinde. Nu keek iedereen naar haar. Wantrouwend. Jorinde veegde haar opeens klamme handen af aan haar mooie jurk. Veel mooier dan die van de mensen om haar heen. Dat waren poorters, rijke inwoners van de stad. Maar Jorinde was een jonkvrouw, van dezelfde stand als de Hertog, en dat kregen ze nu door. Hun blikken werden vijandig. Jorinde knielde neer, maar ze werd aan de kant geduwd door een heer in zwart fluweel. 'Laat mij maar. Ik ben chirurgijn.’




    Slide 9 - Tekstslide

    Tijd
    • "Ontsnapt uit het slot", Lydia Rood
    • Dus waaraan zie je in welke tijd een verhaal zich afspeelt? 
    • Aan de voorwerpen, omgangsvormen, wel of geen internet, voertuigen, taalgebruik, etc.  
    • de tijd waarin het verhaal zich afspeelt noem je de historische tijd.

    Slide 10 - Tekstslide

    Nog meer begrippen rond 'tijd': 
    Vertelde tijd = tijdsduur van het verhaal. Een verhaal kan een paar dagen, een paar maanden of een aantal jaar duren.
    Hoe zit dit met Zonder Titel?


    Verteltijd = leestijd hoe lang je erover doet om het verhaal te lezen: in pagina's / regels / woorden.

    Slide 11 - Tekstslide

    Een verhaal is vaak niet-chronologisch
    chronologisch: alle gebeurtenissen volgens de tijd
    • opbouw van een verhaal: hoeveel hoofdstukken, zijn er hoofdstuktitels en wat betekenen ze
    • flashback: je gaat terug in de tijd. Doel: meer uitleg over het verleden om het heden te begrijpen
    • flashforward: je stapt even uit het grote verhaal en leest iets over later (de toekomst). Doel: extra info geven 

    Slide 12 - Tekstslide

    Nog meer begrippen rond tijd 
    • tijdssprong: er wordt een stuk tijd overgeslagen. Doel: vaart in het verhaal houden.
    • versnelling: wat er allemaal gebeurt, is kort opgeschreven. Doel: vaart in het verhaal houden
    • vertraging: wat er allemaal gebeurt, is heel uitgebreid beschreven. Doel: met vertraging bouw je spanning op.

    Slide 13 - Tekstslide

    Kijkopdracht - James Bond


    Welk begrip van 'tijd' zien we hier terug? 

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Video

    Ruimte
    De plaatsen, het weer en het tijdstip waarop het verhaal zich afspeelt bepalen de sfeer

    • Is het weer belangrijk voor dit verhaal? 
    • Op welke plekken speelt Zonder Titel zich af?
    • ...
    • klaslokaal, schoolplein, kamer van Joshua, sportschool, opvanghuis in Friesland, bij het huis van Shanya, ingang van de supermarkt Vomar,...

    Slide 16 - Tekstslide

    Ruimte
    Soms komt het weer / de ruimte overeen met hoe de hoofdpersoon zich voelt. Dat heet *parallellie. Bijvoorbeeld:
    • zonneschijn * blijdschap 
    • donkere, mysterieuze kelder * angst of spanning

    *Contrast: de ruime is tegengesteld aan wat er zich afspeelt. Bv:
    • begrafenis * zonnig, stralend weer
    • vrolijk strand met spelende kinderen * dreiging van een haai in zee.



    Slide 17 - Tekstslide

    Welke vragen heb je nog?

    Slide 18 - Tekstslide

    Overzicht literaire begrippen
    - fictie/non-fictie
    - realistisch/niet-realistisch
    - personages: hoofdpersonen, bijfiguren, karakterontwikkeling
    - perspectief: ik-/ personaal / meervoudig personaal / alwetend
    - tijd: historisch, versnelling, vertraging, vertelde tijd, verteltijd, flashback, flashforward, opbouw van het verhaal
    - ruimte: sfeer, weer, tijdstip, parallellie, contrast
    - spanning en stijlfiguren

    Slide 19 - Tekstslide

    Zelfstandig werken
    Noteer voor de volgende les in je Plenda:

    1. Opdrachten maken pag. 18 en 19
    2. Formatieve toets voorbereiden (goed gelezen t/m 179)

    Slide 20 - Tekstslide

    Welkom


    computer op tafel

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Tekstslide

    Startopdracht: 

    1. "Joshua maakte een tekening van een leeuw, klapte zijn schetsboek dicht en ging naar bed. De volgende morgen werd hij laat wakker." => Benoem de tijdstechniek. 
    2. Als de hoofdpersoon verdrietig is en het regent buiten is er sprake van ......(noteer het juiste begrip)
    3. Beschrijf een scène die duidelijk een flashback is.





    Slide 23 - Tekstslide

    Leerdoel deze week
    • Aan het eind van deze week ken je de literaire begrippen Tijd, Ruimte en Spanning 

    => TEA 1: toets Zonder Titel
    => vandaag formatief toetsje over Zonder Titel: laptop bij je

    Vragen? 


       

      Slide 24 - Tekstslide

      Inloggen bij LessonUp
      klaar met de formatieve toets? 
      Verder lezen in Zonder Titel

      Slide 25 - Tekstslide

      De tijd in Zonder Titel

      Slide 26 - Tekstslide

      start boek
              ⬇️
      pag.252

      Slide 27 - Tekstslide

      Huiswerk bespreken

      1. Lezen over Tijd pag. 17 en over Ruimte, pag. 18-19
      2. Opdrachten maken pag. 18 en 19

      Slide 28 - Tekstslide

      Cultuurverschillen en vooroordelen

      Slide 29 - Tekstslide

      Spanning
      maak aantekeningen in je schrift

      Slide 30 - Tekstslide

      Wat veroorzaakt spanning in een roman of film?
      •  ...
      • Let op: spanning is géén actie of sensatie 
      • Maar het zijn zaken die als lezer nog niet weet (open plekken)
      • cliffhangers

      • vermoedens wekken (de hoofdpersoon weet meer dan jij (detective) of andersom
      • tegenstrijdige informatie (=> roepen vragen op bij de lezer)
      • muziek, licht-/donkereffecten, uiterlijk van personages, tijdvertragingen, duistere plekken, stiltes,...

      Slide 31 - Tekstslide

      Slide 32 - Tekstslide

      Welke spanning komt in Zonder Titel voor?

      Slide 33 - Tekstslide

      Welke vragen heb je nog? 
      Plenda voor di. 24 sept: (en nu aan werken): 
      1. Vragen beantwoorden pag. 20-21
      2. Theorie lezen over Stijlfiguren (pag. 22)
      3. Lezen t/m pag. 222 (t/m hst. 57)



      Slide 34 - Tekstslide

      Voorlezen

      Slide 35 - Tekstslide

      Check leerdoel 
      • Aan het eind van deze week ken je de literaire begrippen Tijd, Ruimte en Spanning 
      • Formatief testje Z.T.
      • Wat moet je nog doen? 


      => TEA 1: toets Zonder Titel

         

        Slide 36 - Tekstslide