In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Politieke maatschappelijke stromingen
Slide 1 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
- De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme - De opkomst van emancipatiebewegingen
Slide 2 - Tekstslide
1921
Slide 3 - Tekstslide
1929
Slide 4 - Tekstslide
1933
Slide 5 - Tekstslide
1948
Slide 6 - Tekstslide
1935
Slide 7 - Tekstslide
1958
Slide 8 - Tekstslide
1922
Slide 9 - Tekstslide
1815 Congres van Wenen
Einde tijdperk Napoleon (Waterloo)
Overwinnaars (Engeland, Pruisen, Rusland, Oostenrijk-Hongarije), ook wel ‘Het concert van Europa’, bepalen de kaart van Europa
Oude macht van vóór Napoleon wordt waar mogelijk hersteld (restauratie), zelfs de oude macht van vóór de Franse Revolutie.
Slide 10 - Tekstslide
1815 Congres van Wenen
Overal in Europa koninkrijken o.l.v. (verlicht) absoluut vorsten
Overal in Europa herstel van de adel
Overal in Europa herstel van de kerk
Overal in Europa herstel van de standenmaatschappij
Dit noem je het conservatisme (terug naar het oude, het oude bewaren)
Toch broeit overal in Europa het verzet hiertegen…in de vorm van politiek-maatschappelijke stromingen
Slide 11 - Tekstslide
Leg met 2 voorbeelden uit dat de afspraken op het Congres van Wenen (1814-1815) tot doel hadden om de situatie van voor de Franse Revolutie te herstellen (restauratie)
Slide 12 - Open vraag
Concert van Europa
Duurde van 1815 tot 1848
Bondgenootschap Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Verenigd Koninkrijk.
Vrede bewaren en revoluties voorkomen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Leg het verband uit tussen de democratische revoluties en de opkomst van nieuwe politieke stromingen in de 19e eeuw zoals het liberalisme en het nationalisme
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Noem 2 uitgangspunten van het conservatisme
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Noem 4 uitgangspunten van het liberalisme
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Hermanndenkmal 1838-1875
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat was de grondgedachte van het nationalisme?
A
recht op een soeverein
B
gelijkheid
C
strijden voor je landsheer
D
recht op een eigen staat
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
In hoeverre heeft het marxisme zijn eigen theorie (dat er een klasseloze maatschappij zou ontstaan) weten te ondermijnen?
Slide 31 - Open vraag
Na de dood van Marx ontstond een richtingenstrijd. Welke?
Slide 32 - Open vraag
Leg uit waardoor het marxisme en nationalisme elkaars 'aartsvijanden' waren
Slide 33 - Open vraag
Leg uit dat Marx een voorbeeld is van het kenmerkend aspect dat in deze paragraaf centraal staat
Slide 34 - Open vraag
Confessionelen
Net als de liberalen en de socialisten hadden ook de confessionelen hun eigen partijen; de ARP en de RKSP.
De confessionelen verzetten zich tegen de groeiende invloed van niet-christelijke
ideeën in de politiek.
De aanhangers van de ARP werden kleine luyden genoemd. Dit waren mensen met weinig inkomen, zoals landarbeiders en kleine winkeliers.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Welk verband is er te noemen tussen industrialisatie en de groeiende politieke en economische macht van de burgerij?
Slide 39 - Open vraag
Geef twee voorbeelden van geslaagde revoluties tegen autoritaire monarchieën in de 19e eeuw
Slide 40 - Open vraag
Je kunt het liberalisme zien als erfgenaam van de verlichting en als reactie op het absolutisme. Leg beide verbanden uit!
Slide 41 - Open vraag
Bekijk de bron. Zowel liberalen, nationalisten en socialisten zouden inspiratie kunnen halen uit dit schilderij. Leg dit uit met beeldelementen!