In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
- Leerdoelen
-Thema door de jaren heen
-Miniquizje (huiswerkcheck)
-Nabespreken les
---
Agenda
Slide 4 - Tekstslide
KA 19:
-Aan het eind van deze les kan je het thema menselijk denken historiografisch onderscheiden van eerdere behandelden thema’s.
-Aan het eind van deze les ken je het begrip renaissance ,snap je waarom dit een wedergeboorte is en kunnen je overeenkomsten verschillen aanwijzen met de oudheid.
-Aan het eind van deze les ken je het wereldbeeld van de renaissance en kan je dit afzetten tegen het wereldbeeld van de middeleeuwen.
-Aan het eind van deze les ken je Leonardo Da Vinci en Michelangelo.
Slide 5 - Tekstslide
Welk KA's eerder dit jaar gingen over wetenschappelijk denken?
timer
2:00
Slide 6 - Open vraag
Noem 2 overeenkomsten en 1 verschil tussen de renaissance en de oudheid.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste kantelpunt in de geschiedenis volgens jou?
Slide 9 - Open vraag
Van wie is deze quote: 'Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt.'?
A
Dante
B
Michelangelo
C
Petrarca
D
De Meester
Slide 10 - Quizvraag
Waarom moet men spreken van Italiaanse stadsstaten i.p.v. Italië
A
Omdat beide landen op een andere plek liggen
B
Omdat Italië op dit moment was veroverd door de Italiaanse stadsstaten.
C
Omdat de natiestaat Italië nog niet bestond
D
Gewoon, omdat we dat zo hebben afgesproken.
Slide 11 - Quizvraag
Waar ontstaat de renaissance als eerste?
A
Het Midden-Oosten
B
Frankrijk
C
Italiaanse stadsstaten
D
Het Duitse rijk
Slide 12 - Quizvraag
Met welke gebieden dreven de Noord-Italiaanse steden voornamelijk handel?
A
Midden-Oosten en Vlaanderen
B
Oostzeegebied en Noord-Afrika
C
Midden-Oosten en de Hanzesteden
D
Spanje / Portugal en het Oostzeegebied
Slide 13 - Quizvraag
De renaissance ontstond deels door de zelfstandigheid van de stadstaten. Dit is een...
A
Politieke oorzaak
B
Culturele oorzaak
C
Economische oorzaak
D
Sociale oorzaak
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een juist kenmerk van de mentaliteit 'memento mori'?
A
De mens stelt zichzelf centraal
B
Gebruik van de rede
C
Verblijf op aarde is tijdelijk
D
Besef dat de aarde rond is
Slide 15 - Quizvraag
Van welke stroming is Erasmus de bekendste Nederlandse vertegenwoordiger?
A
Katholicisme
B
Rationalisme
C
Humanisme
D
Classicisme
Slide 16 - Quizvraag
Wat is géén kenmerk van de schilderkunst uit de renaissance?
A
De kerk was één van de opdrachtgevers
B
Uitsluitend schilderen van religieuze voorstellingen
C
Er is aandacht voor de anatonomie
D
De perspectiefwerking is kloppend
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van de 16e-eeuwse humanisten?
A
Humanisten gaven opdracht voor nieuwe kunst
B
Humanisten waren rijke handelaren
C
Universele mens als ideaal
Slide 18 - Quizvraag
Wat wordt NIET gezien als een gevolg van de renaissance?
A
De Verlichting
B
De Wetenschappelijke Revolutie
C
De Reformatie
D
De Europese expansie
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de letterlijke betekenis van het begrip 'renaissance'?
Slide 20 - Open vraag
KA 19:
-Aan het eind van deze les kan je het thema menselijk denken historiografisch onderscheiden van eerdere behandelden thema’s.
-Aan het eind van deze les ken je het begrip renaissance ,snap je waarom dit een wedergeboorte is en kunnen je overeenkomsten verschillen aanwijzen met de oudheid.
-Aan het eind van deze les ken je het wereldbeeld van de renaissance en kan je dit afzetten tegen het wereldbeeld van de middeleeuwen.
-Aan het eind van deze les ken je Leonardo Da Vinci en Michelangelo.
Slide 21 - Tekstslide
KA 20:
De hernieuwde oriëntatie op de klassieke oudheid
Slide 22 - Tekstslide
Agenda:
1. Ophalen voorkennis
2. Leerdoelen
3.Filmopdracht
4.Chronologieopdracht
5.Multicausiliteitsopdracht
Slide 23 - Tekstslide
Wat weet je nog van de renaissance?
Slide 24 - Woordweb
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je minimaal vier oorzaken voor het ontstaan van de renaissance benoemen.
--Aan het eind van de les kan je nu ook een chronologische indeling maken van de renaissance aan hand van beroemde kunstwerken die deze periode kenmerken.
-Aan het eind van de les weet je wat een anachronisme is, zodoende kan je uitleggen dat het gebruik van de naam Italië historisch onjuist is bij de bespreking van de renaissance
Slide 25 - Tekstslide
Welk eerder besproken KA ging over culturele geschiedenis?
Slide 26 - Open vraag
Waar denk je dat de Renaissance is ontstaan?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Video
Waar denk je na het zien van de video dat de Renaissance is ontstaan?
Slide 29 - Open vraag
Schrijf de chronologie van de kunstwerken op (alleen de dikgedrukte lletters zijn voldoende)
timer
4:00
Slide 30 - Tekstslide
Wat valt je nu op? Hint: leg de jaartallen naast het tijdvak
timer
2:00
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Multicausualiteitopdracht
timer
10:00
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Welke ontwikkeling in de renaissance vind jij belangrijker de wetenschappelijke, of de culturele en waarom vind jij dat?
Slide 36 - Open vraag
Noem een verschil en een overeenkomst tussen de wetenschappelijke revolutie en het humanisme
Slide 37 - Open vraag
Leerdoelen
-Aan het eind van deze les kan je minimaal vier oorzaken voor het ontstaan van de renaissance benoemen.
-Aan het eind van de les weet je wat een sociaal construct is, zodoende kan je uitleggen dat Italië en tijdvak 5 ook maar namen zijn om de wereld en haar geschiedenis te duiden.
-Aan het eind van de les kan je nu ook een chronologische indeling maken van de renaissance aan hand van beroemde kunstwerken die deze periode kenmerken.