WI 2TH H8 Samenvatting - Afronding

WI 2TH H8 Samenvatting - Afronding
Je werkt vandaag aan de puntje op de 'i' zetten van je voorbereiding voor de toets en een KAHOOT.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

WI 2TH H8 Samenvatting - Afronding
Je werkt vandaag aan de puntje op de 'i' zetten van je voorbereiding voor de toets en een KAHOOT.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan m.b.v. deze afronding beoordelen waar ik nog aan moet werken om op niveau te blijven. 

Voorkennis:
- Samenvatting / E-opgaven + Oefenproefwerk (boek) + Oefentoets.

Slide 2 - Tekstslide

Bij de balansmethode doe je (A) hetzelfde als (B) van het =-teken.
A
A: links B: boven
B
A: links B: rechts
C
A: links B: onder
D
A: links B: naast

Slide 3 - Quizvraag

Welke bewering is waar:

A
Een vergelijking is een formule met het antwoord ingevuld.
B
Een vergelijking is bijvoorbeeld: 5k + 10 = 25
C
Een vergelijking kan je met de balansmethode oplossen
D
Alle drie de uitspraken zijn waar.

Slide 4 - Quizvraag

Wat moet er rechts bij plaatje 2 gebeuren om de balans weer in evenwicht te krijgen?
A
5 knikkers erbij
B
5 knikkers eraf
C
niets
D
17 knikkers eraf

Slide 5 - Quizvraag

Welke handeling is correct en hoeveel knikkers zitten er in in elk zak?
A
Beiden kanten delen door 3 4 knikkers per zak
B
Beiden kanten delen door 3 3 knikkers per zak
C
Beiden kanten 2 zakken eraf 4 knikkers per zak
D
Beiden kanten 2 zakken eraf 4 knikkers per zak

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet er links er rechts gebeuren om alleen zakken links en alleen knikkers rechts over te houden?
A
4 zakken erbij
B
4 zakken eraf
C
9 knikkers erbij
D
9 knikkers eraf

Slide 7 - Quizvraag

Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
7z + 6 = 2z + 12
B
5z = 2z + 18
C
5z + 6 = 2z + 12
D
7z = 18

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Het omslagpunt is (6, 32). Welke van uitspraken zijn waar?
A
Wanneer beide bedrijven evenveel kosten maken.
B
Dat bij 6 producten de kosten gelijk is aan 32.
C
Dat als je 6 invult in beide formules er dan 32 uitkomt.
D
Alle drie de uitspraken zijn waar.

Slide 10 - Quizvraag

Samenvatting + Uitlegvideos
Nu volgen een aantal slides met telkens de theorie en daarna een videouitleg van de theorie. De vragen die daarbij horen, heb je al een keer gedaan, maar het is helemaal ok om ze nog een keer te maken. Maak ik dat geval weer een foto van je werk en lever het in via deze kahoot.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 14 - Open vraag

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 15 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van een formule die je korter kunt schrijven. Geef ook de verkorte formule.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 19 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van een vergelijking zoals bij E4 of E5. Los deze vervolgens op met de balansmethode.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 23 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van een vergelijking zoals bij E6. Los deze vervolgens op met de balansmethode.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Geef in eigen woorden aan wat het omslagpunt is.

Slide 27 - Open vraag

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 28 - Open vraag

HAVO: Vergelijkingen met haakjes oplossen. 
De volgende slides is voor HAVO en gaat over het oplossen van vergelijkingen waarin haakjes voorkomen. De theorie is in het boek te vinden, maar de volgende slide is een uitlegvideo hierover.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Geef in eigen woorden aan wat de stappenplan is om vergelijkingen op te lossen met haakjes.

Slide 31 - Open vraag

Los de volgende vergelijkingen met haakjes op.

a.

b.

10(2a+4)=4x+8
5x14=2(4x+20)

Slide 32 - Open vraag

Evaluatie en feedback
Het leerdoel was: "Ik kan de coordinaten van een omslagpunt berekenen". 
Geef met de volgende drie slide aan in hoeverre je denkt dat je het leerdoel kunt en waar je nog tegenaan loopt. 



Slide 33 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 35 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open vraag

Klaar met alles en tijd over?
Maak dan de volgende KAHOOT
2C:

2D

Slide 37 - Tekstslide