WI 2TH H8 Samenvatting - Extra opgaven

WI 2TH Samenvatting - Extra opgaven
Je werkt vandaag aan de Samenvatting
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

WI 2TH Samenvatting - Extra opgaven
Je werkt vandaag aan de Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan m.b.v. de samenvatting beoordelen waar ik nog aan moet werken om op niveau te blijven. 

Voorkennis:
- niet van toepassing

Slide 2 - Tekstslide

Bij de balansmethode doe je (A) hetzelfde als (B) van het =-teken.
A
A: links B: boven
B
A: links B: rechts
C
A: links B: onder
D
A: links B: naast

Slide 3 - Quizvraag

Welke bewering is waar:

A
Een vergelijking is een formule met het antwoord ingevuld.
B
Een vergelijking is bijvoorbeeld: 5k + 10 = 25
C
Een vergelijking kan je met de balansmethode oplossen
D
Alle drie de uitspraken zijn waar.

Slide 4 - Quizvraag

Wat moet er rechts bij plaatje 2 gebeuren om de balans weer in evenwicht te krijgen?
A
5 knikkers erbij
B
5 knikkers eraf
C
niets
D
17 knikkers eraf

Slide 5 - Quizvraag

Welke handeling is correct en hoeveel knikkers zitten er in in elk zak?
A
Beiden kanten delen door 3 4 knikkers per zak
B
Beiden kanten delen door 3 3 knikkers per zak
C
Beiden kanten 2 zakken eraf 4 knikkers per zak
D
Beiden kanten 2 zakken eraf 4 knikkers per zak

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet er links er rechts gebeuren om alleen zakken links en alleen knikkers rechts over te houden?
A
4 zakken erbij
B
4 zakken eraf
C
9 knikkers erbij
D
9 knikkers eraf

Slide 7 - Quizvraag

Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
7z + 6 = 2z + 12
B
5z = 2z + 18
C
5z + 6 = 2z + 12
D
7z = 18

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Geef in eigen woorden
wat een omslagpunt is bij twee
grafieken.

Slide 10 - Woordweb

Het omslagpunt is (6, 32). Welke van uitspraken zijn waar?
A
Wanneer beide bedrijven evenveel kosten maken.
B
Dat bij 6 producten de kosten gelijk is aan 32.
C
Dat als je 6 invult in beide formules er dan 32 uitkomt.
D
Alle drie de uitspraken zijn waar.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 14 - Open vraag

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 15 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van een formule die je korter kunt schrijven. Geef ook de verkorte formule.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 19 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van een vergelijking zoals bij E4 of E5. Los deze vervolgens op met de balansmethode.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 23 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van een vergelijking zoals bij E6. Los deze vervolgens op met de balansmethode.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Geef in eigen woorden aan wat het omslagpunt is.

Slide 27 - Open vraag

Maak de vraag in je schrift, neem er een foto van en upload je antwoord in deze slide.

Slide 28 - Open vraag

Evaluatie en feedback
Het leerdoel was: "Ik kan de coordinaten van een omslagpunt berekenen". 
Geef met de volgende drie slide aan in hoeverre je denkt dat je het leerdoel kunt en waar je nog tegenaan loopt. 



Slide 29 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 31 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag

Klaar met alles en tijd over?
Maak dan de volgende KAHOOT
2C:

2D

Slide 33 - Tekstslide