In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Ja??? für, um, gegen, durch, ohne (bis=tot) FUG(E)DO
Dan gebruik je: -----> 4e naamval
Stap 2: Welk persoonlijk voornaamwoord staat er in de zin (IDEWIS)? Denk om er/sie/es en sie(meervoud)
Stap 3: Vul het goede persoonlijk voornaamwoord in!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.