Herhaling 1.1 t/m 1.5

Wat is een individu?
A
Een levensloop
B
Elk apart organisme
C
Een levenscyclus
D
Er ontstaan nakomelingen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is een individu?
A
Een levensloop
B
Elk apart organisme
C
Een levenscyclus
D
Er ontstaan nakomelingen.

Slide 1 - Quizvraag

zet de onderdelen van groot naar klein 
1 is het grootst en 4 is het kleinst
1
Groot
2
3
4
Klein
orgaanstelsels
weefsels
organen
cellen

Slide 2 - Sleepvraag

Bij welke organismen komt het levenskenmerk 'uitscheiden' voor?
A
Alleen bij dieren en planten
B
Alleen bij planten
C
Bij alle organismen

Slide 3 - Quizvraag

Piet ziet een hond rennen.
Ziet Piet een levenskenmerk bij deze hond?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

In de afbeelding is een microscopische tekening te zien van een deel van een plant.
Stelling 1. In deze tekening zijn meerdere cellen te zien.
Stelling 2. In deze tekening is slechts één weefsel te zien.

A
Beide stellingen zijn juist.
B
Alleen stelling 1 is juist.
C
Alleen stelling 2 is juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding is een bladcel afgebeeld.
Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor? ...(1)....
A
1, 2 en 5.
B
1, 4 en 5.
C
2, 3 en 6.
D
2, 5 en 6.

Slide 6 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend.
Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 7 - Quizvraag

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s) noem je een
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Organisme
D
Weefsel

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je een aantal organen die samen een functie hebben?
A
Organisme
B
Organen
C
Organenstelsel

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
43
B
23
C
48
D
46

Slide 10 - Quizvraag

Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern

Slide 11 - Quizvraag

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 12 - Quizvraag

gewone celdeling heet ook wel:
A
mitose
B
meiose

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat elke dochtercel na een gewone celdeling bij een mens?

A
1
B
2
C
23
D
46

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de organen naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Hart 
Bloedvaten
Neus
Lever
Maag
Longen
Darmen

Slide 15 - Sleepvraag

Zet op volgorde
Celdeling
Kerndeling
Spiralisatie
Kopiëren van chomosomen
Plasmagroei

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer zijn chromosomen zichtbaar?
A
Altijd
B
Alleen in spermacellen en eicellen
C
Wanneer cellen delen
D
Wanneer cellen in rust zijn

Slide 18 - Quizvraag

Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen krijgt iemand van zijn/haar moeder?
A
46
B
23
C
22
D
45

Slide 19 - Quizvraag

Dit zijn de
chromosomen
van een...
A
Man
B
Vrouw

Slide 20 - Quizvraag

 zet van groot naar klein
groot
klein
Organisme dat bestaat uit cellen
Chromosoom
Celkern
Eiwit bolletjes met omgewikkeld met DNA
A - T - C - G
DNA

Slide 21 - Sleepvraag