H26 Begrote en werkelijke winst

H26 Begrote en  
werkelijke winst 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H26 Begrote en  
werkelijke winst 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
  • Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 
  • Je kunt de voor- en nacalculatorische winst berekenen en de verschillen tussen beide analyseren
  • Je kunt het financieringsresultaat specificeren op de resultatenrekening

Slide 2 - Tekstslide

Bereken de verkoopprijs incl. btw
  • 1,21 x € 13.160 = € 15.923,60 

Slide 3 - Tekstslide

Bereken de verkoopprijs excl. btw
  • € 41.140 / 1,21 = € 34.000

Slide 4 - Tekstslide

Af te dragen omzetbelasting (btw)
  • Een ondernemer betaalt btw over alle producten en dienst die hij/ zij inkoopt 
  • Een ondernemer brengt aan zijn/ haar klanten btw in rekening over de producten die hij / zij verkoopt 
  • De onderneming doet eens per kwartaal btw-aangifte

  • Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 26.3, 26.4 A en 26.5 maken 
Eerder klaar? Lees paragraaf 26.3
timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 30.3
  • Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw
  • = 0,09 x € 100.000 - 0,09 x € 75.000 = € 2.250

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 26.4 A
  • (0,75 + 3 x 0,75) x 1,09 = 3,27 afgerond € 3,30 

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 26.5 
  • Brutowinst = (774,40 / 1,21) - 400 = 240 
  • BW-percentage van de inkoopprijs = 240/400 x 100% = 60%

Slide 9 - Tekstslide

Opstelling zonder specificatie financieringsresultaat
bedrijfskosten inclusief rentekosten

Slide 10 - Tekstslide

Opstelling met specificatie financieringsresultaat
Financieringsresultaat = interestontvangsten - interestkosten 
Wordt apart opgenomen in resultatenrekening na "tussensaldo" na aftrek overige bedrijfskosten. 

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 26.8, 26.10 en 26.11 maken 
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 26.8
  • a) 8.400 x 15 + 2.600 x 7 = € 144.200
  • b) € 144.200 - 8.400 x 9 - 7.800 - 25.000 - 2.400 = € 33.400 
  • d)  

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 26.10
  • b) 0,4 x 595.000 + 0,15 x 1.105.000 = € 403.750
  • c) 403.750 - 335.600 = € 68.150

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 26.11
a) 20.000 x (6 - 2,4) -  36.600 - 7.000 = 28.400. Financieringsresultaat = 6.000 - 10.000 = -4.000
nettowinst = 28.400 - 4.000 = € 24.400

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 26.11
C) 19.000X = 40.000 + 26.000 + 7.000 + 10.000 - 6.000
19.000X = 77.000 >> X = 4,05 >> verkoopprijs wordt 2,40 - 0,20 + 4,05 = € 6,25 

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 26.11
C) 19.000X = 40.000 + 26.000 + 7.000 + 10.000 - 6.000
19.000X = 77.000 >> X = 4,05 >> verkoopprijs wordt 2,40 - 0,20 + 4,05 = € 6,25 

d) 19.200 x (€ 6,25 - € 2,20) - € 

Slide 17 - Tekstslide

Winst 
  • Begroting = geschatte winst = voorcalculatorische winst 
  • Werkelijke winst = nacalculatorische winst 
  • Verschillenanalyse: welke oorzaken zijn er tussen de begroting en de werkelijkheid. 
  • Verschillenanalyse levert stuurinformatie op voor management onderneming. Wat kan beter? Moet prijs aangepast worden etc. 
    De verschillenanalyse levert dus input op voor beleidsbeslissingen. 

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 26.12 
  • a) 25 x 1,85 x 1,21 = € 55,96

Slide 19 - Tekstslide

Opgave 26.12 
  • b) 850.630/1,21 - 385.000 - 22.000 - 82.000 - 38.200 = € 175.800

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 26.14
45 + 9 + 13,50 + 7,5 = 75
200.000 x 7,5 = 1.500.000
1.500.000 - 990.000 = 510.000 nadelig

Slide 21 - Tekstslide