H30 Begrote en werkelijke winst

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

H30 Begrote en  

werkelijke winst 

Leerdoelen

• Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
• Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 
• Je kunt de voor- en nacalculatorische winst berekenen en de verschillen tussen beide analyseren
• Je kunt het financieringsresultaat specificeren op de resultatenrekening

Bereken de verkoopprijs incl. btw

• 1,21 x € 13.160 = € 15.923,60 

Bereken de verkoopprijs excl. btw

• € 41.140 / 1,21 = € 34.000

Af te dragen omzetbelasting (btw)

• Een ondernemer betaalt btw over alle producten en dienst die hij/ zij inkoopt 
• Een ondernemer brengt aan zijn/ haar klanten btw in rekening over de producten die hij / zij verkoopt 
• De onderneming doet eens per kwartaal btw-aangifte
  
  
• Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw

Verkoopprijs 

Is er sprake van een winstopslag als percentage van de inkoopprijs of van de verkoopprijs? 

Rekenen met percentages; wat volgt na "van of dan" = 100% 

Opgave 30.3, 30.4 A en 30.5 maken 

Eerder klaar? Lees paragraaf 30.3

Opgave 30.3

• Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw
• = 0,09 x € 100.000 - 0,09 x € 75.000 = € 2.250

Opgave 30.4 A

• (0,75 + 3 x 0,75) x 1,09 = 3,27 afgerond € 3,30 

Opgave 30.5 

• Brutowinst = (774,40 / 1,21) - 400 = 240 
• BW-percentage van de inkoopprijs = 240/400 x 100% = 60%

Winst 

• Begroting = geschatte winst = voorcalculatorische winst 
• Opstelling met/ zonder specificatie financieringsresultaat 

Opstelling zonder specificatie financieringsresultaat

bedrijfskosten inclusief rentekosten

Opstelling met specificatie financieringsresultaat

Financieringsresultaat = interestontvangsten - interestkosten 

Wordt apart opgenomen in resultatenrekening na "tussensaldo" na aftrek overige bedrijfskosten. 

Opgave 30.8, 30.10 en 30.11 maken 

Opgave 30.8

• a) 8.400 x 15 + 2.600 x 7 = € 144.200
• b) € 144.200 - 8.400 x 9 - 7.800 - 25.000 - 2.400 = € 33.400 
• d)  

Opgave 30.10

• b) 0,4 x 595.000 + 0,15 x 1.105.000 = € 403.750
• c) 403.750 - 335.600 = € 68.150

Opgave 30.11

a) 20.000 x (6 - 2,4) -  36.600 - 7.000 = 28.400. Financieringsresultaat = 6.000 - 10.000 = -4.000

nettowinst = 28.400 - 4.000 = € 24.400

Omzet 20.000 x €6 =                         € 120.000

Inkoopwaarde 20.000 x €2,40 =    €   48.000 -

Brutowinst                                           €   72.000

Bedrijfskosten = 36.000 + 7.000 =  €   43.000- 

                                                                 €  29.000

Financieringsres. 6.000 - 10.000 =  €    4.000- 

Nettowinst                                            €  25.000

Opgave 30.11

C) 19.000X = 40.000 + 26.000 + 7.000 + 10.000 - 6.000

19.000X = 77.000 >> X = 4,05 >> verkoopprijs wordt 2,40 - 0,20 + 4,05 = € 6,25 

Opgave 30.11

C) 19.000X = 40.000 + 26.000 + 7.000 + 10.000 - 6.000

19.000X = 77.000 >> X = 4,05 >> verkoopprijs wordt 2,40 - 0,20 + 4,05 = € 6,25 

D) 19.200 x (€ 6,25 - € 2,20) = € 77.760 
(77.760-72.000)/72.000 x 100% = 8%  

Terugblik vorige les

• Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
• Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 
• Je kunt de voor- en nacalculatorische winst berekenen en de verschillen tussen beide analyseren
• Je kunt het financieringsresultaat specificeren op de resultatenrekening

Terugblik vorige les

• Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
• Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 
• Je kunt de voor- en nacalculatorische winst berekenen en de verschillen tussen beide analyseren
• Je kunt het financieringsresultaat specificeren op de resultatenrekening

Opgave 30.12 

• a) 25 x 1,85 x 1,21 = € 55,96

Opgave 30.12 

• b) 850.630/1,21 - 385.000 - 22.000 - 82.000 - 38.200 = € 175.800

Opgave 30.13

geef per oorzaak, het gevolg aan voor de winst

Opgave 30.14

45 + 9 + 13,50 + 7,5 = 75

200.000 x 7,5 = 1.500.000

1.500.000 - 990.000 = 510.000 nadelig