Voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Nederlands

• Lesdoel
• Wat weet je al?
• Instructie
• Zelfstandig werken
• Nakijken
• Einde van de les

VOLGENDE WEEK PW H3

Pak voor je Talent

Blz. 112

Lesdoel

Aan het einde van de les: 

- weet je wat een voltooid deelwoord is

- weet je hoe je het correct moet spellen

- kun je zelf een voorbeeld noemen

Wat is een voltooid deelwoord? Kun je een voorbeeld noemen?

Hoe weten we of we het voltooid deelwoord met een d of een t schrijven? Geef een voorbeeld.

Noteer het voltooid deelwoord.
Het smeltwater heeft tot veel overstromingen (leiden)

1. geleed
2. geleden
3. geleid
4. geleidt

Noteer het voltooid deelwoord.
Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin (overkopen).

1. geoverkoopt
2. overgekoopt
3. geleid
4. overgekocht

Noteer het voltooid deelwoord.
De opvallende poster heeft de kans (vergroten) dat meer mensen de website bezochten.

1. vergroot
2. vergroten
3. vergrootdt
4. vergrood

Noteer het voltooid deelwoord.
Mijn lievelingstante is vorig jaar naar Amerika (verhuizen).

1. verhuizt
2. verhuizd
3. verhuist
4. verhusd

Herschrijf de zin. Maak van de pv een voltooid deelwoord.
Mijn vader schrikt van de rekening van de tandarts

Noteer het voltooid deelwoord.
Het huis van het zilveren bruidspaar was met bloemen (versieren).

1. versiert
2. versierd
3. versierdt
4. versierden

Noteer het voltooid deelwoord.
Het gras was letterlijk (verschroeien) door de zon.

1. verschroeid
2. verschroeit
3. verschroeidt
4. verschroeiden

Maak een zin met 'gebeurt' en één zin met 'gebeurd'

Wat is de pv?
De vraag wordt door Jill gesteld en daarna door Esrah beantwoord.

Hij heeft gisteren al zijn huiswerk gemaakt.

persoonsvorm

voltooid deelwoord

Ik

Wij

onze mond te houden.

Persoonsvorm

Voltooid deelwoord

heb

gegeten.

worden

gevraagd

Het vliegtuig uit Praag is (arriveren) op Schiphol.

Tijdens de werkweek naar Praag (verdwalen) altijd wel een leerling.

1. verdwaald
2. verdwaalt

Tijdens de werkweek naar Praag is een leerling (verdwalen).

1. verdwaald
2. verdwaalt

Wat ga je doen?

Maak opdr. 1 t/m 5 van Taalverzorging spelling

Blz. 112 t/m 115