2 th - les 8 Grammatica 4 (NWGZ) en Formuleren 2 (variatie)

2 th - les 8 Grammatica 4 (NWGZ) en Formuleren 2 (variatie)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2 th - les 8 Grammatica 4 (NWGZ) en Formuleren 2 (variatie)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom - 2 havo

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik les 7
Herhaling grammatica
Herhaling formuleren

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Lezen in een boek 
Iedereen krijgt klappen

Grammatica
3) Naamwoordelijk gezegde

Formuleren
2) Variatie in woordgebruik





Slide 4 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Nieuw Nederlands
Cursus 5: Grammatica

3) Naamwoordelijk gezegde

blz 210

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm
Werkblad 

- start

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp
Wie/wat iets doet, iets is

Hoort bij de PV en verandert mee (congruentie)

Slide 8 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Ondergaat iets

Wie+wat+gezegde+onderwerp ?

Slide 9 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
diegene die iets ontvangt/of verneemt

aan wie + voor wie

Slide 10 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Tijd, plaats, richting, reden, hoeveelheid

Waar? Wanneer? Hoe?

Slide 11 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Werkblad 2


Slide 12 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
1. Doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?
2. Wat + pv + onderwerp + werkwoorden?
3. Noteer: pv + [nw-deel] + overige werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk deel: alle werkwoorden uit de zin
koppelwerkwoord: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, dunken, voorkomen
naamwoordelijk deel: [eigenschap]

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
1. PV noteren
2. doen of zijn?

a) Merel is in het weekend weleens dj op bruiloftsfeesten.
b) In het Lingebos vind je veel bijzondere paddenstoelen.
c) Tijdens de laatste voetbalwedstrijd heeft niemand een doelpunt gescoord.
d) Bryant zal altijd de beste vriend van Wouter blijven.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Naamwoordelijk gezegde
1. Doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?
2. Wat + pv + onderwerp + werkwoorden?
3. Noteer: pv + [nw-deel] + overige werkwoorden


blz 210: opdracht 2, 3, 4 

Slide 16 - Tekstslide

Formuleren
Ik kan synoniemen en verwijswoorden gebruiken om te variëren in woordgebruik.

blz 236

Slide 17 - Tekstslide

Variatie in woordgebruik
Synoniemen: asiel/dierenopvang
Woorden met dezelfde betekenis

Ongeveer: hondjes - viervoeters - beestjes

Verwijswoorden: die, dat hij, hem, het, zij, ze haar, hen, hun, er, daar....

Laat het herhaalde woord zoveel mogelijk weg

Slide 18 - Tekstslide

Variatie in woordgebruik
Aan de slag

Opdracht 1 + 3

blz 236

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Vrijdag 4 oktober

Maken: Blz 211 opdracht 2, 3, 4
Blz 236 opdracht 1, 3

Slide 20 - Tekstslide