Naast de basishouding moet je er als zorgverlener voor zorgen dat de agressie niet verder ontwikkelt. De-escaleren is hierin erg belangrijk. Je doet dit door de zorgvrager ruimte te geven om zijn spanningen te uiten. Je bent niet gericht op het oplossen van het probleem, maar het gaat om het uiten van de boosheid. Jij als hulpverlener bent geduldig, vriendelijk en niet dwingend.
Door dit gedrag zorg je voor veiligheid en vertrouwen. Stel korte vragen, geef aan wat je ziet bij de zorgvrager en probeer de zorgvrager af te leiden door bijvoorbeeld samen iets te doen.
Je moet ook grenzen stellen. Geef duidelijk op een assertieve wijze aan waar de grenzen liggen. Die grenzen moet je ook bewaken. Als de zorgvrager voelt dat jij niet standvastig bent, dan zal hij proberen de grenzen te overschrijden. Als jij je grens aangeeft, geef dan ook aan welke gevolg het voor de zorgvrager heeft als hij de grens wel overschrijdt.
Geef alternatieven aan voor de gevolgen, zodat de zorgvrager een keuzemogelijkheid heeft.
Als de zorgvrager de grenzen wel overschrijdt, dan bestaat er de mogelijkheid om iemand af te zonderen of middelen en maatregelen toe te passen.