Drama P1 les 6

Welkom
Drama les 6
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Drama les 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Sprookje

Lesdoelen:
Ik kan uitleggen wat een protagonist en een antagonist is.
Ik kan uitleggen wat een conflict en een plotvraag is.
Ik kan de protagonist, antagonist, het conflict en de plotvraag herkennen in een verhaal en deze benoemen.

Slide 2 - Tekstslide


Wat is een plot?
A
De inhoud van het verhaal
B
De structuur van het verhaal
C
Het einde van het verhaal
D
Het hoofdpersonage van het verhaal

Slide 3 - Quizvraag

Het hebben van een structuur (plot) in een verhaal is belangrijk omdat:

Omdat het anders voor de lezer/kijker moeilijk te begrijpen is.
Als de lezer/kijker iets niet begrijpt haakt hij of zij sneller af.

Slide 4 - Tekstslide

Protagonist
De protagonist is het personage of datgene waar het verhaal om draait. 

In een goed verhaal wil de protagonist iets bereiken. 
Dat wat diegene wil bereiken heet het streven (doel).

Slide 5 - Tekstslide

Antagonist
De antagonist is de weerstand van de protagonist.

De antagonist werkt de protagonist (bewust of onbewust) tegen in wat het wil bereiken.
Een antagonist hoeft niet altijd een mens te zijn. Het kan ook een dier zijn, een object of een situatie.

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 1
Maak de sleepvraag en sleep de juiste afbeeldingen naar de juiste kant.

Slide 7 - Tekstslide

PROTAGONIST
ANTAGONIST

Slide 8 - Sleepvraag

Conflict
Doordat de protagonist en de antagonist beiden iets anders willen of doen ontstaat er: conflict

Zonder conflict is een verhaal niet interessant om te lezen of naar te kijken. 

Slide 9 - Tekstslide

Plotvraag
In een plot zit vaak een plotvraag: wat wil het publiek weten?

Dit is de vraag die de lezer/kijker nieuwsgierig moet houden. Als je nieuwgierig bent naar de afloop van een verhaal, blijf je lezen of kijken. 
Zo niet, dan haak je af. 

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 2
Kijk het filmpje en bedenk ondertussen:

-> Wie of wat de protagonist is.
-> Wie of wat de antagonist is.
-> Wat het conflict is.
-> Wat de plotvraag is: waar ben je als publiek benieuwd naar?


Slide 11 - Tekstslide

Plotvraag
Niet-specifiek:
  • Komt het goed? 
  • Eindigen ze samen?
  •  Wie is de dader?

Specifiek:
  • Zal Lisa trouwen met Daan?
  • Wordt het voetbalteam kampioen van de regio?
  • Wie heeft de overval op de plaatselijke supermarkt gepleegd?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wie of wat was de protagonist?

Slide 14 - Woordweb

Wie of wat was de antagonist?

Slide 15 - Woordweb

Wat was het conflict?

Slide 16 - Woordweb

Sprookje anders 
Jullie gaan beginnen met het schrijven van een kort script aan de hand van een sprookje. MAAR: jullie gaan er minimaal 3 dingen opvallend in veranderen. Jullie maken het sprookje dus anders. 

De scène moet  met je groepsleden gespeeld kunnen worden. Dus zorg voor evenveel personages als groepsleden!
Maak groepjes en begin met het schrijven en oefenen van het sprookje.

Slide 17 - Tekstslide

Oefening: Het aanbelspel
In duo's: de een belt aan bij de ander en zorgt voor spelaanbod. 
De ander accepteert en speelt mee. 
  1. Kat in de tuin
  2. Auto staat in brand
  3. .....

Slide 18 - Tekstslide

Oefening: Het inspring spel (bij genoeg tijd)
  • Publieksopstelling
  • Je krijgt een kaartje met een beroep
  • Als je de vloer op moet, speel je het beroep (jij zorgt voor het aanbod)
  • De ander speelt mee met jouw verhaal (accepteren - niet blokkeren ;)
  • Hele korte scènes

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiten in de kring

Slide 20 - Woordweb