De derde sociale groep bestond uit
loonarbeiders, die voor een laag loon hard voor een baas moesten werken. Zij laadden en losten schepen, metselden huizen of werkten als zeeman voor de VOC.
Helemaal onderaan de mensen zonder werk, ouderen en zieken. De kerk en rijke handelaren zorgden soms voor hen, door af en toe brood en kleding te geven. Of turf voor in de kachel.
Veel inwoners van Holland, rijk en arm, waren afkomstig uit omringende landen. Deze migratie had twee redenen
- vluchtelingen (uit de zuidelijke Nederlanden
- armen die in in de Republiek werk zochten