Hoofdstuk 4 Nederland Rechtstaat

1 / 36
volgende
Slide 1: Video

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Geef een eigen definitie van het begrip Rechtstaat

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Klopte je definitie van het begrip rechtstaat? Vul je uitleg aan.

Slide 4 - Open vraag

Kan een land zonder grondwet een rechtsstaat zijn?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

In een rechtsstaat worden burgers beschermt tegen de willekeur van de overheid. Leg aan de hand van de video uit wat dat betekent.

Slide 7 - Open vraag

Wat bedoelen we met rechtsgelijkheid

Slide 8 - Open vraag

Als je door de politie wordt aangehouden heb je recht op een advocaat - is dit een voorbeeld van rechtsgelijkheid of rechtszekerheid? Leg uit.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

We zien een debat tussen de minister van justitie en veiligheid en een Tweede Kamerlid. Leg uit van welk recht dit kamerlid in deze video gebruikmaakt.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit met deze video dat de minister van justitie tot de wetgevende en uitvoerende macht behoort.

Slide 12 - Open vraag

Waarom is het in de rechtsstaat belangrijk dat de minister van justitie gecontroleerd wordt door de Tweede Kamer?

Slide 13 - Open vraag

Onafhankelijke rechters toetsen of mensen zich aan wetten houden. Waarom is het belangrijk dat deze rechters onafhankelijk zijn?

Slide 14 - Open vraag

Kan een land zonder democratie een rechtstaat zijn? Leg uit.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Noem drie oorzaken van ongelijke behandeling in het strafproces.

Slide 17 - Open vraag

Welke waarden botsen als de politie enkel het internetverkeer van bepaalde religieuze groepen in de gaten houdt om terrorisme te voorkomen?

Slide 18 - Open vraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving? "De politie mag jou niet zomaar oppakken"
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 19 - Quizvraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving? "Een overvaller verdwijnt voor drie jaar achter de tralies"
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 20 - Quizvraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving? "Iemand is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is"
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 21 - Quizvraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving? "Een agent vertelt de verdachte dat hij recht heeft op een advocaat"
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 22 - Quizvraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving? "Een gekraakt pand wordt door de politie ontruimd"
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 23 - Quizvraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving? "De boete voor bellen achter het stuur is 240 euro"
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de grondwet en het strafrecht?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Minister van Justitie
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 27 - Quizvraag

Officier van Justitie
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 28 - Quizvraag

Openbaar ministerie
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 29 - Quizvraag

Parlement
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 30 - Quizvraag

Politie
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 31 - Quizvraag

Rechters
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 32 - Quizvraag

Staatssecretaris
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechterlijk

Slide 33 - Quizvraag

Bost twijfelt eraan of de rechters in zijn zaak wel onafhankelijk en onpartijdig zijn geweest. Waarom denk hij dit? Wat vind je hier van?

Slide 34 - Open vraag

Leg uit in eigen woorden wat het legaliteitsbeginsel inhoudt.

Slide 35 - Open vraag

Waarom is het nodig dat in de wet duidelijk en uitvoerig wordt vastgelegd welk gedrag strafbaar is en welke straf er bij hoort?

Slide 36 - Open vraag