1. Hoe werkte de driehoekshandel?
2. Welke producten werden er gemaakt op de plantages waar slavernij werd gebruikt?
3. Wie moesten op de slaven letten en hoe deden ze dit?
4. Leg uit of alle slaven hetzelfde werk deden.
5. Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte oorzaak?
6. Wat is het verschil tussen een gevolg op korte en en een gevolg op lange termijn?
7. Waarom kwamen er maar weinig slaven in opstand?
8. Leg uit wat de Boni-opstand in Suriname was.
9. Wat is abolitionisme?
10. Wanneer werd slavernij verboden?