In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Lezen 3F
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Opbouw van deze les:
Doelen van deze les benoemen
Korte quiz over de theorie van vorige week
Instructie + oefening over tekststructuren
Zelfstandig werken --> Tijd goed besteden
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Doelen van deze les:
* Je kent de 3 leesstrategieën.
* Je kent de 3 tekstdoelen en de kenmerken.
* Je weet (na vandaag) de 5 tekststructuren en je kunt voorbeelden noemen.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Korte quiz
Tijd: 1 minuut per vraag
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem 3 tekstsoorten.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het tekstdoel van een stappenplan?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kenmerk van een overtuigende tekst?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Het is belangrijk dat je die herkent, omdat je daardoor de tekst beter begrijpt.
Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Groot tekort aan parkeerplekken bij het station
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
verklaringstructuur
D
beschrijving
Slide 9 - Quizvraag
Probleem: Er is een tekort aan parkeerplekken. Daardoor kunnen veel mensen hun auto niet parkeren.
Een oplossing kan zijn om mensen aan te sporen om de fiets te pakken naar het station of om de gemeente voor te stellen om van de parkeerplek een parkeergarage met meerdere verdiepingen te maken.
Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Afstandsonderwijs demotiveert!
A
Probleem-en-oplossingstructuur
B
Verklaringstructuur
C
standpunt- argumentenstructuur
D
beschrijving
Slide 10 - Quizvraag
Mening: Sommige studenten vinden afstandsonderwijs prettig, want ze kunnen langer slapen of hoeven niet te reizen, waardoor zij meer tijd hebben om andere dingen te doen. Anderen vinden het niet prettig, omdat je thuis bijvoorbeeld snel wordt afgeleid.