2.4 Geld moet rollen! deel 2

H2 Geld genoeg


§ 2.1 Hoe geef jij je geld uit?
§ 2.2 Ga je sparen of beleggen?
§ 2.3 Wie leent, maakt schulden
§ 2.4 Geld moet rollen! deel 2
In de toetsweek: TT H1+H2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Geld genoeg


§ 2.1 Hoe geef jij je geld uit?
§ 2.2 Ga je sparen of beleggen?
§ 2.3 Wie leent, maakt schulden
§ 2.4 Geld moet rollen! deel 2
In de toetsweek: TT H1+H2

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk: vragen? 
Herhaling: de rol van de banken in het betalingsverkeer.

In deze les leer je:
- over de Europese Centrale Bank (ECB).



GOAL!

Slide 2 - Tekstslide

Banken zijn commercieel
volgende slide: 1e video 
= video 2

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

De rol van de bank:
= debetrente
creditrente =

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk: vragen? 
Herhaling: de rol van de banken in het betalingsverkeer.

In deze les leer je:
- over de Europese Centrale Bank (ECB).



GOAL!

Slide 6 - Tekstslide

ECB = Europese Centrale Bank
  • let er op dat de euro zijn waarde behoudt (inflatie beperken);
  • bepaalt voor alle eurolanden de basisrente;
  • brengt eurobiljetten in omloop.
Standplaats
Frankfurt

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan ECB met de rente de inflatie beïnvloeden?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kan ECB met de rente de inflatie beïnvloeden?
Rente verhogen --> 
sparen levert meer op / 
lenen wordt duurder --> consumenten gaan minder kopen / vraag naar producten daalt --> inflatie daalt

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kan ECB met de rente de inflatie beïnvloeden?
Rente verhogen --> 
sparen levert meer op / 
lenen wordt duurder --> consumenten gaan minder kopen / vraag naar producten daalt --> inflatie daalt
Rente verlagen --> 
sparen levert minder op / 
lenen wordt goedkoper --> consumenten gaan meer kopen / vraag naar producten stijgt --> inflatie wordt hoger

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan ECB met de rente de inflatie beïnvloeden?
Rente verhogen --> 
sparen levert meer op / 
lenen wordt duurder --> consumenten gaan minder kopen / vraag naar producten daalt --> inflatie daalt
Rente verlagen --> 
sparen levert minder op / 
lenen wordt goedkoper --> consumenten gaan meer kopen / vraag naar producten stijgt --> inflatie wordt hoger
     Dus:
  • rente verhogen --> inflatie neemt af
  • rente verlagen --> inflatie neemt toe

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor
contant geld?
A
giraal geld
B
chartaal geld

Slide 13 - Quizvraag

Geld is een ruilmiddel wanneer ...
A
je iets koopt
B
je geld in je spaarpot doet
C
een rekensom maakt

Slide 14 - Quizvraag

Als geld wordt gebruikt om de waarde van goederen en diensten aan te geven dan is het ...
A
een betaalmiddel
B
giraal geld
C
een rekenmiddel
D
chartaal geld

Slide 15 - Quizvraag

Als je een aankoop betaalt met je pinpas dan ...
A
neemt de totale girale geldhoeveelheid toe
B
neemt de totale girale geldhoeveelheid af
C
blijft de totale girale geldhoeveelheid gelijk

Slide 16 - Quizvraag

Wat is NIET juist?
Een debetsaldo betekent
dat je ...
A
in de min staat
B
dat je in het rood staat
C
dat je debetrente ontvangt
D
dat je kredietrente betaalt

Slide 17 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De kredietrente is lager dan de spaarrente.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Het aanbod van geld wordt geleverd door ...
A
de banken
B
de bedrijven
C
de leners
D
de spaarders

Slide 19 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Banken zijn commercieel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Als de ECB de basisrente verhoogt, dan wordt het aantrekkelijker
om ...

A
meer geld te sparen en meer geld te lenen
B
meer geld te sparen en minder geld te lenen
C
minder geld te sparen en meer geld te lenen
D
minder geld te sparen en minder geld te lenen

Slide 21 - Quizvraag

Als de ECB de inflatie wil beperken of verlagen, dan kan de ECB
de basisrente ...
A
verlagen
B
verhogen

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Maken: § 2.4 opg. 7 t/m 13 (blz. 56)
Herh.opdr. 18 t/m 23

Slide 23 - Tekstslide