Pallas Plato Sokrates tekst 3c

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

r. 1 Ὅπως ἄν, ἔφη, βούλησθε, ἐάνπερ γε λάβητέ µε καὶ µὴ ἐκφύγω ὑµᾶς.
Op welke vraag reageert Sokrates hier? Omschrijf in eigen woorden.

r. 1 Γελάσας
Waarom lacht Sokrates? Leg uit

r. 2 οὐ πείθω, ὦ ἄνδρες, Κρίτωνα
Waarvan overtuigt Sokrates hem niet? Leg uit in eigen woorden.

r. 2 οὗτος
Citeer het woord uit het vervolg van de zin waarmee dit een tegenstelling vormt

Welk woord uit r. 3-4 is een subjectsaccusativus?

1. ἕκαστον (r. 3)
2. µε (r. 3)
3. ἐκεῖνον (r. 4)
4. ὀλίγον (r. 4)

r. 4 θάπτῃ
Welke modus?

1. indicativus
2. coniunctivus
3. optativus
4. imperativus

r. 4 θάπτῃ
Hoe is deze coniunctivus gebruikt?

1. aansporing
2. twijfel
3. doel
4. wens

r. 5 παραµενῶ
Benoem deze vorm

r. 7-8 Ἐγγυήσασθε οὖν µε πρὸς Κρίτωνα, ἔφη, τὴν ἐναντίαν ἐγγύην ἢ ἣν οὗτος πρὸς τοὺς δικαστὰς ἠγγυᾶτο.
Leg uit hoe deze borgstelling normaal gesproken werkt (zie ook vervolg van de tekst)

r. 9-10 ὑµεῖς δὲ ἦ µὴν µὴ παραµενεῖν ἐγγυήσασθε ἐπειδὰν ἀποθάνω, ἀλλὰ οἰχήσεσθαι ἀπιόντα
Sokrates vraagt zijn vrienden borg te staan dat hij wél vertrekt. Waarom? Citeer het Grieks.

De speech van Sokrates in 3.c is een ringcompositie. Leg dit uit.

Leg in eigen woorden uit waarom het Sokrates niet uitmaakt hoe hij wordt begraven.