Haccp quiz hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5 'Schoonmaak'
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 'Schoonmaak'

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Herhalen van de lesstof van de afgelopen 2 lessen

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Jullie hebben quiz vragen verzonnen.
  • Sommige vragen heb ik gebruikt in deze quiz
  • Daarna is er nog ruimte voor vragen die je kan stellen

Slide 3 - Tekstslide

Welke soort vaatwassers

Slide 4 - Tekstslide

Opvallende dingen oefentoets
Vaak foutjes in de vraag:
welke werkoppervlakte mogen niet met elkaar in aanraking komen..

Wat is een werkoppervlakte??

Slide 5 - Tekstslide

Jouw horecabedrijf is wettelijk verplicht om de HACCP en hygiënecode te volgen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag


Wat is desinfecteren?
A
Met water afspoelen van je werkoppervlak
B
Weghalen van zichtbaar vuil
C
Doden van schadelijke bacteriën

Slide 7 - Quizvraag

waarom gebruik je in de keuken een blauwe pleister
A
Deze kan je snel vinden in je ingrediënten
B
Een blauwe pleister plakt beter
C
Een blauwe of normale pleister maakt geen verschil
D
Een blauwe pleister is goedkoper

Slide 8 - Quizvraag

Welke soorten vaatwassers zijn er (meerdere antwoorden goed)
A
Bovenlader
B
Onderlader
C
Tussenlader
D
voorlader

Slide 9 - Quizvraag

Waarom is schoonmaken zo belangrijk
A
Schoonmaken is niet belangrijk
B
In vuil en etensresten kunnen ziekmakende bacteriën zich nestelen
C
Een schone keuken ruikt fris
D
Een schone keuken kan je weet goed vies maken

Slide 10 - Quizvraag

Welk soort vuil moet opnemen in je schoonmaak plan?
A
Droog vuil
B
Aangekleefd vuil
C
Onzichtbaar vuil
D
Alle drie

Slide 11 - Quizvraag

Waar mogen reinigings- en desinfectiemiddelen niet worden opgeslagen
A
Bij eten en drinken
B
In ruimtes waar eten of drinken worden bereid of opgeslagen
C
In het magazijn
D
Buiten in een opslag container

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is er een schoonmaakplan
A
Geen idee
B
zodat er iets op papier staat
C
Dan kan je niks vergeten en weet je wanneer iets schoon is

Slide 13 - Quizvraag

Een schone keuken is belangrijk
A
Ja
B
nee
C
Misschien

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekend bassisvoorwaarden
A
Dat de voorwaarden baas is
B
Dit zijn de minimale eisen van de overheid, waaraan je moet voldoen
C
zijn niet zo belangrijk
D
een schoonmaakplan van de keuken

Slide 15 - Quizvraag

Waar moet je schone materialen, die niet regelmatig worden gebruik opgeborgen worden
A
In de keuken
B
Op een plank
C
In het magazijn
D
Op een plek waar ze niet vuil kunnen worden

Slide 16 - Quizvraag

Wat moet er dagelijks schoon worden gemaakt
A
Werkoppervlakten
B
Koelkast
C
Afzuiger
D
friteuse

Slide 17 - Quizvraag

Hoe moet je schoonmaakmiddelen gebruiken
A
Een klein beetje
B
Met een spons
C
Maakt niet uit
D
Volgens de instructies

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekend
dit?

A
Pas op brandgevaar
B
schadelijk voor milieu
C
bijtend
D
brandgevaarlijk

Slide 19 - Quizvraag

Vragen
Zijn er nog vragen over hoofdstuk 5 'schoonmaak'?? 

dan kan je deze stellen

Slide 20 - Tekstslide