Werken in de ouderenzorg vond ik leuk. Ik had veel leuke collega’s die me goed geholpen hebben. Ik kon met al mijn vragen bij hen terecht.
Het leukste van de stage vond ik ouderen helpen. Ik moest bijvoorbeeld activiteiten met ouderen doen en bedenken welke activiteiten het best bij de bewoners zouden passen. Ik zou het leuk vinden om later in een verzorgingshuis te werken, maar een eigen verzorgingshuis lijkt me het allerleukst. Wat ik minder leuk vond was dat het af en toe heel warm was op de afdeling.
Herschrijf de hele zin “Het leukste van de stage vond ik ouderen helpen."
Het woord ‘leukste' mag je niet gebruiken.