GL 7.2 Voedselproductie 7.3 Duurzame landbouw

7.2 Voedselproductie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.2 Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Leerdoelen
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt manieren noemen om een grotere productie van voedsel te verkrijgen.

Je kunt beschrijven hoe veredeling en DNA-technieken worden gebruikt om de voedselproductie te vergroten.

Slide 3 - Tekstslide

Landbouw

Slide 4 - Tekstslide

Soorten landbouw
Door het klimaat is Europa geschikt voor landbouw. Er zijn verschillende soorten landbouw.

Akkerbouw                      Veeteelt                                 Tuinbouw

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsgewassen









(akkerbouw & tuinbouw)
Landbouwhuisdieren









(veeteelt)

Slide 6 - Tekstslide

Monocultuur

Slide 7 - Tekstslide

monocultuur
  • een stuk grond -> maar één gewas wordt verbouwt
  • voordeel: snel en makkelijk
  • nadeel: grote kans op een plaag

Plaag
Er zijn veel dieren van één soort die voedselgewassen aantast
Bestrijdingsmiddelen
Chemisch of biologisch



Slide 8 - Tekstslide

Monoculturen
De grond wordt uitgeput

Slide 9 - Tekstslide

Bodembewerking

Bemesting 

blz 118

Slide 10 - Tekstslide

Bemesting
Bemesting: stalmest/kunstmest: productieverhoging

mineralen (nitraat + fosfaat) toevoegen

Nadeel: niet alle mineralen worden opgenomen en komen in het milieu terecht -> verzuring of vermesting

Slide 11 - Tekstslide

Bodembewerking
Ploegen/eggen
Meer O2 in de grond,
meer H2O en mineralen

opnamen. 
Reducenten breken sneller af
Bodem verstoring 

*niet-kerende grondbewerking
Het bodem leven wordt niet verstoord.

Slide 12 - Tekstslide

Veredeling (planten)
Genetische modificatie

Slide 13 - Tekstslide

Veredelen
Een veredelaar kruist planten met gunstige eigenschappen tot er planten uitkomen met een combinatie van deze gunstige eigenschappen

Goed tegen droge/zoute grond

Slide 14 - Tekstslide

Genetische modificatie
Erfelijke eigenschappen worden veranderd.

Aardappels die worden gekweekt met bepaalde genen ->  eigenschap: bestand zijn tegen ziektes en plagen

GMO
Bang voor transgene die een gevaar zijn voor de natuur.

Slide 15 - Tekstslide


Krachtvoer --> voer met extra bouwstoffen 
Intensieve veeteelt

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

in-vitrofertilisatie
(ivf)
Kunstmatige inseminatie
(ki)

Slide 18 - Tekstslide

Maken van de opdrachten
Th. 7.2  Voedsel productie

Opdracht 1 t/m 10

Klaar? Maak de test jezelf 


Slide 19 - Tekstslide

Duurzame landbouw

Slide 20 - Tekstslide

Gangbare landbouw
= intensief
=bio-industrie
veel voor weinig! 



Grote kans op ziektes en plagen door monocultuur

Slide 21 - Tekstslide

Bestrijding ziekten & plagen
Ziekte: bacterie, virus of schimmel
Plaag: insect of ander dier (ook konijnen, ganzen, etc.)

Bestrijdingsmiddelen: pesticiden
(niet selectief)

Problemen: resistentie, ophoping (bioaccumulatie) in voedselketen

Slide 22 - Tekstslide

Natuurlijke bestrijding

Zoeken naar 'natuurlijke vijanden' van een plaag.

Die opkweken voor gebruik in de land- en tuinbouw

Slide 23 - Tekstslide

Vruchtverwisseling
Nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond.

Ziekteverwekkers verdwijnen uit de grond door deze afwisseling

Slide 24 - Tekstslide

Biologische landbouw
voedsel produceren met oog voor milieu en dierenwelzijn

Akkerbouw: vruchtwisseling, kleinere oppervlaktes en geen kunstmest
-> minder ziekten en plagen 
Veeteelt: meer ruimte, geen preventieve antibiotica etc.

Slide 25 - Tekstslide

Kringslooplandbouw
Alle grondstoffen en eindproducten worden hergebruikt in een kringloop

In tegenstelling tot gangbare landbouw

minder tot geen kunstmest nodig

Slide 26 - Tekstslide

Precisielandbouw
Gebruik van speciale meetapparatuur

Per deel van de akker wordt bekeken wat de behoeft is.

Onnodig veel gebruik van bestrijdingsmiddel wordt voorkomen

Slide 27 - Tekstslide

Verticale landbouw

Gewassen worden verbouwt in grote gebouwen (in verschillende lagen)

geen bemesting of bestrijdingsmiddelen 

weinig transport

Slide 28 - Tekstslide

Maken van de opdrachten

Th. 7.3  Duurzame landbouw
Opdracht 1 t/m 11

Klaar? Maak de test jezelf 


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video