In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Communicatie 4.6 & 4.7
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat gaan we doen?
Terugblik door middel van de huiswerk opdracht
Theorie 4.6 & 4.7
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Praktijksituatie terugblik
Luistervaardigheden
De luistervaardigheden zijn:
Aandacht gevend gedrag
Vragen stellen
Samenvatten en ordenen
Analyseren
Gevoelsreflectie
Confronteren
Geruststellen
Zelfonthulling
Slide 4 - Tekstslide
Kort vragen wat de eerste 3 ook alweer inhouden.
Analyseren
Dit houdt in dat je als luisteraar dieper op een bepaald punt ingaat, bijvoorbeeld om oorzaken te achterhalen of verbanden te leggen.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Analyseren
Vragen gericht op de analyse:
Wat betekent dat precies?
Hoe werkt dat dan bij jou?
Kun je dat ook uitleggen?
Vragen gericht op patronen:
‘Ik hoor je zo vaak mopperen, dan weer over dit, dan weer over dat, heb je het hier nog wel naar je zin?’
‘Het valt me op dat telkens als je over je oma vertelt, je ogen beginnen te stralen.’
Slide 6 - Tekstslide
Controle vraag: Wat houdt analyseren in?
Gevoelsreflectie
Reflecteren= terugkaatsen/overdenken.
Wanneer je als luisteraar de gevoelens van de spreker reflecteert, geef je in eigen woorden weer welke gevoelens in zijn boodschap doorklinken.
Een gevoelsreflectie is een uitnodiging aan de spreker om meer over zijn gevoelens te vertellen of dieper op het onderwerp te gaan.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeelden geven.
Slide 8 - Video
Wat heb je gezien?
Is dit volgens jouw een goede manier?
Confronteren
Confronteren: tegenover elkaar stellen. Wanneer je de indruk krijgt dat er tegenstrijdigheden in het verhaal van de spreker zitten, kun je hem op een neutrale en vriendelijke toon met deze tegenstrijdigheid confronteren.
Belangrijk: neutrale en vriendelijke toon!
Slide 9 - Tekstslide
Wat houdt volgens jouw de luistervaardigheid confronteren in?
Geruststellen
Belangrijk om in een gesprek voorzichtig te zijn met geruststellen.
Teveel geruststellen = de ander neemt je niet meer serieus.
Ook valse geruststelling werkt niet. Denk aan de situatie dat je zegt dat er niets aan de hand is, terwijl er wel degelijk iets gaande is.
Slide 10 - Tekstslide
Waarom werkt een valse geruststelling niet? --> men prikt hier doorheen.
Zelfonthulling
Met zelfonthulling geef je informatie over jezelf, waarmee je je eigen kwetsbaarheid toont. Die informatie kan zijn: gevoelens, ervaringen, wensen en verwachtingen.
Vraag jezelf af:
Wil jij deze persoonlijke informatie wel delen?
Heeft de ander wel behoefte aan deze persoonlijke informatie?
Is de informatie nuttig voor de ander?
Gebruik dit voorzichtig!
Slide 11 - Tekstslide
Wat wordt er volgens jouw bedoeld met zelfonthulling?
Wat maakt dat je het voorzichtig moet gebruiken?
timer
1:00
Wat is belangrijk bij effectief luisteren?
Slide 12 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Aandachtspunten effectief luisteren
Richt je zoveel mogelijk op de spreker, oogcontact.
Neem de juiste luisterhouding en toon interesse.
Luister met al je zintuigen.
Let niet alleen op de woorden die de ander spreekt, maar ook op de non-verbale communicatie.
Vraag je af wat de ander bedoelt te zeggen.
Probeer je te verplaatsen in de gedachte- en belevingswereld van de spreker.
Houd je aandacht er steeds bij en laat je niet afleiden door een ruis.
Concentreer je op de hoofdzaken.
Stel vragen wanneer je iets niet begrijpt of wanneer je meer wilt weten.
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Huiswerk
Kijkopdracht luistervaardigheden --> Uiterlijk maandag 26 oktober af en inleveren via Teams.
Opdrachten digitale leeromgeving niveau 3 & 4 van hoofdstuk 4 Luisteren en luisterhouding.
Kennistoetsenbank H2 + H4
Uiterlijk donderdag 29 oktober Kennistoetsenbank H2 + H4 en de digitale leeromgeving H4 af.