Op Niveau - Taalverzorging 3 - paragraaf 7.2 - verleden tijd en voltooid deelwoord

Op Niveau - Taalverzorging 3 - paragraaf 7.2 - verleden tijd en voltooid deelwoord
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Op Niveau - Taalverzorging 3 - paragraaf 7.2 - verleden tijd en voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit wat de stam van een werkwoord is.

Slide 2 - Open vraag

Is de stam van een werkwoord altijd gelijk aan de ik-vorm?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen een zwak werkwoord en een sterk werkwoord.

Slide 4 - Open vraag

Bij welk soort werkwoord (sterk of zwak) gebruik je 't ex-kofschip?
A
Bij zwakke werkwoorden.
B
Bij sterke werkwoorden.
C
Bij geen van beide.

Slide 5 - Quizvraag

Leg het 't ex-kofschip uit.

Slide 6 - Open vraag

Leg het voltooid deelwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Voltooid deelwoord sterk ww
Eindigt altijd op -en > lopen - liep - gelopen / snijden - sneed - gesneden.

Uitzondering: bakken - bakten - gebakken.

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord zwak ww
Eindigt altijd op een -d of -t > fietsen - fietsten - gefietst / voetballen - voetbalden - gevoetbald.

Je gebruikt 't ex-kofschip.

Slide 9 - Tekstslide

LET OP:

Verhuizen                                                   Verven
Stam: verhuiz                                            Stam: verv
Ik-vorm: verhuis                                        Ik-vorm: verf
VD: ik ben verhuisd                                 VD: ik heb geverfd

Slide 10 - Tekstslide