ONO Blok 6 Spelling 6.9 & 6.10

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
1:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Huiswerk nakijken.

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord.

Slide 3 - Woordweb

En dan is het nu tijd voor een vraag...

Slide 4 - Tekstslide

Kies de juiste vorm.

.... sieraden werden aan de kleinkinderen gegeven.
A
Mijn omas
B
Mijn omaas
C
Mijn oma's
D
Mijn oma'

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.

.... parfum ruikt erg sterk.
A
Latifas
B
Latifaas
C
Latifa's
D
Latifa'

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.

.... boeken zijn verstopt.
A
Bas
B
Bas'
C
Bass

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm.

.... verzameling staat op zolder uitgestald.
A
Peter
B
Peters
C
Peter's
D
Peter'

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen:
  1. Ik kan de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden goed spellen.
  2. Ik kan getallen goed spellen.

Slide 9 - Tekstslide

Instructie 
De bezits-s geeft een bezit aan, zoals bijvoorbeeld Mara's boek, of Jannekes kledingkast. De regels voor de bezits-s zijn eenvoudig: je schrijft de –s er aanvast, behalve als je de bezitsvorm niet meer goed uit kunt spreken. Dat gebeurt bij de volgende laatste letters:

  • -a Mara Mara's boek 
  • -i Mini Mini's boek
  • -o Otto Otto's boek
  • -u Abu Abu's boek
  • -y Dory Dory's boek (behalve als een –y als een [j] klinkt in plaats van als een [ie])

Als de naam al op een –s (of een sisklank) eindigt, komt er alleen een apostrof achter en géén extra –s.
  • -s Lies Lies' boek
  • sisklank Maurice Maurice' boek

Bij een naam op een -e schrijf je de -s er bijna altijd aan vast. Dus: Esmees boek en Esmés boek.

Slide 10 - Tekstslide

Instructie Getallen
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.
Voorbeeld
:
  1. Mirjam fietst elke ochtend een halfuur naar school.
  2. Op de tweede dag van de vakantie had ik al heimwee.

Op deze regel zijn een paar uitzonderingen.
Bij maten en gewichten zijn cijfers soms overzichtelijker. Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers. 
Voorbeeld
:
  1. Volgens het onderzoek was maar 13 procent van de mensen tevreden over de cursus.
  2. In het recept staat dat we 25 gram suiker moeten toevoegen.

Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 277, opdr. 20, 21, 22
  • Zilver: blz. 277, opdr. 20, 21, 22
  • Goud: blz. 277, opdr. 20, 21, 22

Klaar? 
  • Streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
  • Aan het einde van de les kijken we de opdrachten na.
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen

Ik kan woorden met een lange en korte klank juist spellen.
Ik kan de persoonsvorm juist spellen.

Nakijken opdr. 20, 21, 22.

Slide 13 - Tekstslide

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B6 Spelling.

Slide 14 - Tekstslide