In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Spelling (bezitsvorm)
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les
- weet je wat de bezitsvorm is.
- kun je de bezitsvorm toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
Bezitsvorm
De bezits-s geeft een bezit aan. De regels voor de bezits-s zijn eenvoudig: je schrijft de –s er aanvast, behalve als je de bezitsvorm niet meer goed uit kunt spreken. Dat gebeurt bij de volgende laatste letters:
-a Mara Mara's boek
-i Mimi Mimi's boek
-o Otto Otto's boek
-u Abu Abu's boek
-y Dory Dory's boek (behalve als er een klinker voor de y staat)
Slide 3 - Tekstslide
bezitsvorm
De schoenen van mijn vader
mijn vaders schoenen
(bezitsvorm)
Slide 4 - Tekstslide
regel 1:
Je kunt de bezitsvorm maken door een s achter de naam of een zelfstandig naamwoord te zetten.
de schoenen van mijn vader > mijn vaders schoenen
de kleren van mijn zusje > mijn zusjes kleren
het beroep van Sarah > Sarahs beroep.
Slide 5 - Tekstslide
Maak een bezitsvorm: het horloge van Sam
Slide 6 - Open vraag
Maak een bezitsvorm: de telefoon van mijn broer
Slide 7 - Open vraag
regel 2:
Als een naam of zelfstandig naamwoord op een a, i, o, u, of y, eindigt, dan zet je een ' voor de s. Je schrijft dus 's
een '- teken heet een apostrof
het huis van oma > oma's huis
de moeder van Eddy > Eddy's moeder
de speen van de baby > baby's speen
Slide 8 - Tekstslide
maak een bezitsvorm: de sigaar van opa
Slide 9 - Open vraag
maak een bezitsvorm de gouden plaat van Marco Borsato
Slide 10 - Open vraag
maak een bezitsvorm de brief van Hugo
Slide 11 - Open vraag
Regel 3:
Eindigt het zelfstandig naamwoord of de naam op een sisklank?