Je gebruikt een
apostrof:
- bij bezitsaanduidingen van woorden die eindigen op een sis-klank of een lange klinker met één letter
Max' fiets, Bas' koptelefoon, Anna's puntenslijper
- na cijfers, afkortingen en afleidingen
vmbo'er, A4'tje, mp3'tje
- als één of meerdere letters zijn weggelaten
's Morgens heb ik 'm nog in 't buurthuis gezien.