Taalverzorging Samengestelde zinnen maken GL3

Samengestelde zinnen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Uitleg samengestelde zinnen
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat samengestelde zinnen zijn.
Je weet dat een samengestelde zin meerdere persoonsvormen heeft.
Je leert voegwoorden gebruiken om samengestelde zinnen te maken.

Slide 3 - Tekstslide

Karel loopt op straat.
Zijn fiets is kapot.

Slide 4 - Open vraag

De leerlingen zijn te laat op school.
De brug stond open.

Slide 5 - Open vraag

Samengestelde zinnen
Elke zin heeft een persoonsvorm.
Wat is ook alweer een persoonsvorm?

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Een zin met één persoonsvorm en één onderwerp is een enkelvoudige zin.
Maar wat is dan een onderwerp?

Slide 7 - Tekstslide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv en 1 ow):
De docent roept de leerlingen.
De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv en meer dan 1 ow):
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Slide 8 - Tekstslide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv en 1 ow):
De docent roept de leerlingen.
Zij horen hem niet.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen, maar zij horen hem niet.

Slide 9 - Tekstslide

Voegwoorden
Twee enkelvoudige zinnen worden vaak met elkaar verbonden door een voegwoord. 

en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen, doordat, hoewel, mits, 
De woordvolgorde hangt bij een samengestelde zin af van het voegwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden
Iedereen viert feest.
Het is bevrijdingsdag.
Iedereen viert feest, omdat het bevrijdingsdag is.
Iedereen viert feest, want het is bevrijdingsdag.

Slide 11 - Tekstslide

Mijn schoenen zijn te klein.
Ik ga nieuwe kopen.

Slide 12 - Open vraag

Ik trek een dikke jas aan.
Ik krijg het niet koud.

Slide 13 - Open vraag

Het had gestormd.
De weg was bezaaid met takken.

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
Wat: Hoofdstuk 2, Taalverzorging, Samengestelde zinnen maken, blz. 58 en 59, maak alle opdrachten.
Hoe: De eerste 10 minuten werk je voor jezelf. daarna mag je fluisterend overleggen. 
Hulp: Je docent loopt langs voor hulp.
Klaar: vraag het antwoordboekje, controleer je antwoorden en verbeter eventuele fouten. 

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 2, Taalverzorging, Samengestelde zinnen maken, blz. 58 en 59, maak alle opdrachten.

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie
Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Slide 17 - Tekstslide