Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HV2_GL_Grammaire chapitre 6_3/4/2023 + 5/4/2023
Chapitre 6, partie D
grammaire vraagwoord "quel"
Tu as quel âge?
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapitre 6, partie D
grammaire vraagwoord "quel"
Tu as quel âge?
Slide 1 - Tekstslide
quel/quelle/quels/quelles +
zelfstandig naamwoord
=
welke
quel/quelle/quels/quelles
+
est/son
=
wat
quel : mannelijk enkelvoud
quelle : vrouwelijk enkelvoud
quels : mannelijk meervoud
quelles : vrouwelijk meervoud
Slide 2 - Tekstslide
Quel
is een vraagwoord. Het past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort:
mev
quel
mmv
quels
vev
quelle
vmv
quelles
Quel(le)(s)
betekent welke (gevolgd door een zelfst nmw)
Quel(le)(s)
betekent wat (gevolgd door
est/sont)
Slide 3 - Tekstslide
Het vraagwoord
quel
quel -> verandert mee met het znw waar het bij hoort
mnl ev -> quel
vrl ev -> quelle
mnl mv -> quels
vrl mv -> quelles
Slide 4 - Tekstslide
Quel, quelle, quels, quelles
Welke / wat
Slide 5 - Tekstslide
Quel?
A
hoe?
B
wat?
C
welke?
D
wanneer?
Slide 6 - Quizvraag
Quel / Quelle / Quels est ton camping préféré ?
A
quel
B
quelle
C
quels
Slide 7 - Quizvraag
Kies: quel/quelle/quels/quelles
Tu vas acheter ..... voiture?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de vertaling van "quel" in de volgende zin?: "Quel est ton pays préféré?"
A
wat
B
wie
C
welk
D
hoe
Slide 9 - Quizvraag
Is het quel/quelle/quels/quelles
............... est ton jean préféré?
A
quels
B
quelles
C
quel
D
quelle
Slide 10 - Quizvraag
Choisis le bon mot:
Tu as quel / quelle / quels âge ?
A
quel
B
quelle
C
quels
Slide 11 - Quizvraag
"Quel est votre avis ?"
Wat betekent "quel" ?
timer
0:10
A
Waar
B
Welke
C
Wat
D
Wanneer
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
onderdeel H
werkwoord prendre
Slide 14 - Tekstslide
Grammaire H ww. prendre (présent).
prendre
nemen
je
prends
tu
prends
il/elle/on
prend
nous
prenons
vous
prenez
ils/elles
prennent
Slide 15 - Tekstslide
tu-vorm prendre
A
prendes
B
prend
C
prends
D
pris
Slide 16 - Quizvraag
Il (prendre)
A
prend
B
prends
C
prenez
D
prenons
Slide 17 - Quizvraag
Werkwoord: prendre
je
A
prends
B
prend
C
prennent
D
prenons
Slide 18 - Quizvraag
prendre, je (présent)
A
je prends
B
je prend
C
je pris
D
je pren
Slide 19 - Quizvraag
prendre
A
mogen
B
kunnen
C
proeven
D
nemen
Slide 20 - Quizvraag
vous (prendre)
A
prenons
B
prendez
C
prenez
D
prennent
Slide 21 - Quizvraag
elle (prendre)
A
prend
B
prends
C
prenez
D
prenons
Slide 22 - Quizvraag
nous (prendre)
A
prends
B
prendons
C
prenons
D
prenez
Slide 23 - Quizvraag
(prendre) men neemt=
A
on prend
B
on prends
C
on prenait
D
on a pris
Slide 24 - Quizvraag
ik neem (prendre)
A
je prends
B
je prend
C
nous prenons
D
j'ai pris
Slide 25 - Quizvraag
il ... (prendre, présent)
A
prends
B
prend
C
pren
D
prene
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
vraagwoord quel + prendre
Augustus 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HV, hoodstuk 6 quel + prendre
Juni 2024
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ch.6, gramm D en H oefenen 2havo
Juni 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2_GL_Grammaire chapitre 6_30 juin 2023
Juni 2023
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HV, hoodstuk 6 quel + prendre
Mei 2024
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 FA CH 6 GR Quel/ Prendre
April 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammaire D et H chapitre 6 GL
Mei 2024
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2+ mercredi le 26 juin 2024
Juni 2021
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2