2e Examentraining CE 2F/3F 1.2 Doel en Hoofdgedachte

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Centraal examen Lezen & Luisteren

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen:

TEKTSOORT, TEKSTDOEL

DOELGROEP, ONDERWERP & HOOFDGEDACHTE

Herhalen - de beste manier van leren

Leren leren

Wat is het onderwerp?

1. Duurzame fietsen
2. De levensduur van een fietsaccu.
3. Gereviseerde accu's

Wat is de hoofdgedachte?

1. Duurzame fietsen worden goed gecontroleerd en zijn dus een goede keuze.
2. De levensduur van een fietsaccu is kort. Je moet ze na 5 jaar vervangen.
3. Gereviseerde accu's zijn een duurzaam alternatief voor het plaatsen van nieuwe.
4. Het plaatsen van een gereviseerde accu is een complex proces.

Samengevat:

De hoofdgedachte van de tekst is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil overbrengen, één zin! Kijk hiervoor in de inleiding.

Het is dus niet de titel, want dan spreek je van het onderwerp.

Een onderwerp is kort en krachtig (één of twee woorden).

HERHALEN:

• TEKSTDOEL
• DOELGROEP (PUBLIEK)

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

Bekijk de afbeelding.

Straks krijg je hier twee vragen over.

Tekstdoel?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Instrueren
4. Overhalen

Wat is de doelgroep (publiek)?

1. studenten TCR
2. docenten TCR
3. medewerkers TCR

Samengevat

HERHALEN: TEKSTSOORT

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. overtuigende tekst
3. instructieve tekst
4. overhalende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. overtuigende tekst
3. instructieve tekst
4. verhalende tekst

Welke tekstsoort?

1. informatieve tekst
2. meninggevende tekst
3. instructieve tekst
4. verhalende tekst

HERHALEN:

• ONDERWERP EN HOOFDGEDACHTE VAN EEN TEKST

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

Nieuwe theorie

In een woordenboek zoeken

Ben je snel in het zoeken van een woord in een woordenboek?

JA

NEE

De docent geeft iedereen een woordenboek.

Aan de slag!