2e Examentraining CE 2F/3F 1.2 Doel en Hoofdgedachte + Woordenschat 1.3 Betekenis opzoeken

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Centraal examen Lezen & Luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen theorie LEZEN & Luisteren van eind vorig schooljaar:
  • tekstsoort
  • doelgroep, 
  • onderwerp

Nieuwe theorie
LEZEN & LUISTEREN: 1.2 Doel en hoofdgedachte
WOORDENSCHAT 1.3 Zoeken in een woordenboek

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 4 - Tekstslide

Wat lees/bekijk je ...
Als je een tekst gaat verkennen?

Slide 5 - Tekstslide

Welke tekstsoort?
A
studieboek
B
bijsluiter
C
instructie
D
reclame

Slide 6 - Quizvraag

Welke tekstsoort?
A
studieboek
B
bijsluiter
C
instructie
D
artikel

Slide 7 - Quizvraag

Welke tekstsoort?
A
studieboel
B
bijsluiter
C
instructie
D
artikel

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.


Slide 9 - Tekstslide

Wat is de doelgroep
(publiek)?
A
studenten TCR
B
docenten TCR
C
medewerkers TCR

Slide 10 - Quizvraag

Nieuwe theorie
LEZEN 1.2 Doel & hoofdgedachte

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is het onderwerp?
A
Duurzame fietsen
B
De levensduur van een fietsaccu.
C
Gereviseerde accu's

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte?
A
Duurzame fietsen worden goed gecontroleerd en zijn dus een goede keuze.
B
De levensduur van een fietsaccu is kort. Je moet ze na 5 jaar vervangen.
C
Gereviseerde accu's zijn een duurzaam alternatief voor het plaatsen van nieuwe.
D
Het plaatsen van een gereviseerde accu is een complex proces.

Slide 20 - Quizvraag

Samengevat:
De hoofdgedachte van de tekst is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil overbrengen, één zin!  Geef antwoord op het TEKSTDOEL of kijk hiervoor in de inleiding.

Het is dus niet de titel, want dan spreek je van het onderwerp.
Een onderwerp is kort en krachtig (één of twee woorden).

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 22 - Quizvraag

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.
timer
0:30

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 24 - Quizvraag

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.
timer
0:30

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 26 - Quizvraag

Samengevat

Slide 27 - Tekstslide

De docent geeft iedereen een woordenboek.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Ben je snel in het zoeken van een woord in een woordenboek?
JA
NEE

Slide 34 - Poll

Aan de slag!

Slide 35 - Tekstslide