Omarmend: versregel 1 + 4, 2 + 3, enz rijmen op elkaar
Bijvoorbeeld:
Valentijn is fijn A
maar elke dag B
bij het zien van je glimlach B
is gelukkig zijn A
Slide 9 - Tekstslide
Soorten rijmschema's
Gepaard rijm: aabb
Gekruist rijm: abab
Omarmend rijm: abba
Slide 10 - Tekstslide
Geweigerd - Ali B
Refrein 2x:
Even lekker stappen had voor hem geen zin
Dat was de reden waarom hij ook altijd buiten hing
Lekker chillen met zijn matties hij deed zijn ding
Ging niet naar een discotheek want hij kwam er niet in
Slide 11 - Tekstslide
Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
Slide 12 - Quizvraag
22. Het rijmschema van omarmend rijm is?
A
aabb
B
abcb
C
abba
D
abca
Slide 13 - Quizvraag
Welk rijmschema herken je in dit lied?
Slide 14 - Open vraag
Valentijn is fijn
maar elke dag
bij het zien van je glimlach
is gelukkig zijn
Valentijn is fijn
ik wil elke dag
gelukkig zijn
bij het zien van je glimlach
Valentijn is fijn
is gelukkig zijn bij het zien van je glimlach
elke dag
abba
aabb
abab
gekruist rijm
omarmend rijm
gepaard rijm
Slide 15 - Sleepvraag
BINNENRIJM
Slide 16 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van alliteratie
Slide 17 - Woordweb
Alliteratie
Doel van alliteratie = de tekst tot leven te brengen (vloeiend effect).
Alliteratie wordt veel gebruikt in poëzie,
maar ook in bedrijfsnamen of reclame
(zie afbeelding).
Slide 18 - Tekstslide
Alliteratie
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.
Stevig staat de sterke man uit Stavoren op zijn standplaats.
Slide 19 - Tekstslide
Alliteratie
Alliteratie is een soort van medeklinkerrijm. Woorden beginnen dan met dezelfde combinatie van medeklinkers.
Alliteratie komt altijd in dezelfde regel voor, dus niet door het hele gedicht heen.
Een bekend voorbeeld van alliteratie is:
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan
Slide 20 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van assonantie
Slide 21 - Woordweb
Medeklinkerrijm / alliteratie
Klinkerrijm / assonantie
Slide 22 - Tekstslide
Assonantie
Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm. Dit betekent dus dat bij assonantie klinkers (a, e, o, u, i) op elkaar rijmen.
Bij deze vorm van rijm gaat het dan om de manier waarop de woorden worden uitgesproken, dus niet hoe ze worden geschreven.
Voorbeeld: dromen over rovers
Hier is sprake van assonantie, want de klinker 'o' rijmt hier.
Slide 23 - Tekstslide
Klinkerrijm / assonantie
• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling
• Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'
Slide 24 - Tekstslide
assonantie
Gedichten van de broer van Roos
Slide 25 - Tekstslide
Let it Be
Ook Engelse liedjes hebben alliteratie in zich.
Welke herken je in het volgende nummer?
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Welke vormen van alliteratie hoor je in de tekst?
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
ENJAMBEMENT
Enjambement:
- De versregel gaat verder in de volgende versregel -> ze vormen samen één zin.
- Als je gaat voorlezen, stop je dus niet aan het einde van de versregel, maar lees je gelijk door naar de volgende.
- Als er geen leestekens zijn, is er niet persé een enjambement. Kijk goed of de zin verder gaat of dat het een volgende zin is.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Opdrachten maken
Wat?
Lees blz 13 de theorie over enjambement en maak de opdrachten op blz 14, opdracht 1 t/m 5.
Hoe?
Werk in tweetallen.
Tijd?
10 min. Daarna klassikaal nakijken.
Eerder klaar?
Pak je leesboek en ga lekker lezen.
Slide 33 - Tekstslide
“Tekening 1 is van de hele haai
Die langs de grond leeft. Zie in dit verband
zijn daarbij aangepaste vinnenstand:
de stroomlijn van dit roofdier is zeer fraai.
Open de buik. Pas op, zijn huid is taai.
Teken een schema van de binnenkant
met alle namen bij elk ingewand.
Doe het precies, niet in een handomdraai.”
Geestdriftig snijdend ging ik, die vergat
dat zelfs een vis van minder hoge soorten
ook nog wel eens kon hebben liefgehad.
Slide 34 - Tekstslide
enjambement
Slide 35 - Tekstslide
Enjambement
Na welke regel loopt de zin eigenlijk door?
Dus waar zie je een enjambement?
Slide 36 - Tekstslide
Enjambement
ik wil je
kussen
Slide 37 - Tekstslide
Beeldspraak
Vergelijkingen, metaforen en personificaties zijn vormen van beeldspraak.
Beeldspraak is altijd
figuurlijk bedoeld.
Slide 38 - Tekstslide
Beeldspraak
Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.
Slide 39 - Tekstslide
Beeldspraak
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Wat zou je doen - Marco Borsato / Ali B
en de zon viel in slaap met de maan = beeldspraak
zou je hart zich weer vullen met vuur = beeldspraak
assonantie: slaap – maan, : maar- bestaan vol - zorgen, klein – pijn, gaan – aan
Slide 42 - Tekstslide
'En de zon viel in slaap met de maan' Welke vorm van beeldspraak herken je?