Verdieping doelgroepen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Verdieping doelgroepen

Les 3

Hoeveel % van de Nederlandse bevolking heeft en verstandelijke beperking

1. 5
2. 10
3. 12
4. 15

Waar denk je aan bij het adaptieve vermogen

Dat zijn de vermogens/competenties die een cliënt nodig heeft om zelfstandig zijn leven in te kunnen richten. Denk aan zelfstandig beslissingen kunnen nemen en voor jezelf zorgen. Het adaptieve vermogen wordt bepaald door conceptuele, sociale en praktische vaardigheden.

Wat wordt er bedoeld met de term EMB

1. Erg meervoudige beperkt
2. eenvoudig meervoudig beperkt
3. ernstig meervoudige beperking
4. ernstig motorische beperkt

Wat hoort er niet bij een EMB?

1. ernstig verstandelijk beperkt
2. lichamelijke problemen
3. zintuigelijke problemen
4. financiële problematiek

ABC samen

wat is GEEN kenmerk van MVB/EMB?

1. goed in omgang met dieren
2. moeite met socialisatie
3. slechte eters
4. slechte zelfzorg

Wat is GEEN oorzaak van EMB?

1. Aangeboren stofwisselingsziekte
2. Hersenbeschadiging
3. Genetische gezondheid
4. Neurologische aandoening

Op welke gezondheidsproblemen hebben mensen met EMB extra kans?

1. Epilepsie
2. Slaapstoornissen
3. Slikproblemen
4. Luchtweginfecties

Wat is er verstoord als het gaat om prikkelverwerking bij mensen met EMB?

1. Hersenfunctie
2. Zenuwfunctie
3. Gewrichtsfunctie
4. Bloedfunctie

De ontwikkelingsleeftijd van iemand met EMB is?

1. 1 jaar
2. 2 jaar
3. 3 jaar
4. 4 jaar

Welke zintuigen prikkel je bij een EMB-cliënt wanneer je snoezelt?

1. Emotie, zien, bewegen, ruiken, proeven, horen
2. Dansen, observeren, voelen, proeven, genieten, lachen
3. Zien, bewegen, voelen, ruiken, proeven, horen
4. Zien, horen, voelen, ruiken, tasten, proeven

Waar ligt de nadruk op bij het verzorgen van een cliënt met een EMB

1. zelfredzaamheid
2. kwaliteit van leven
3. aanleren vaardigheden
4. pijnbestrijding

Hoe ondersteun/begeleid je een cliënt met een EMB?

Houd je communicatie simpel.Maak gebruik van gebaren, een aanwijsboek of laat zien wat je bedoelt. Let zelf goed op de signalen die de cliënt uit, want deze kunnen heel subtiel zijn. Bijvoorbeeld een klein hoofdknikje naar links als hem iets niet bevalt.

Wat betekent co-morbiditeit?

1. Comorbiditeit betekent dat je één of meer (chronische) aandoeningen hebt naast de hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uitgaat.
2. Comorbiditeit betekent dat je een (chronische) aandoeningen hebt naast de hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uitgaat.
3. Mensen met ernstige psychische aandoeningen hebben een aanzienlijk kortere levensduur dan mensen die dat niet hebben.
4. Geen van allen

Bij wie komt de comorbiditeit verstandelijke beperking en verslaving voor?

1. Zwakbegaafd
2. EMB
3. LVB
4. zeer ernstig verstandelijk beperkt

Waarom komt de comorbiditeit verstandelijke beperking en verslaving het meest voor bij LVB?

Een LVB zorgt ervoor dat cliënten minder zelfcontrole ervaren, verleidingen minder goed kunnen weerstaan en beïnvloedbaar zijn. Hierdoor raken ze sneller verslaafd aan alcohol of drugs dan cliënten zonder een LVB. Zij hebben ook nog eens minder kennis van deze verslavende middelen en weten niet goed wanneer het gebruik een probleem wordt.

Hoe begeleid je iemand met een LVB en verslaving?

vaak grote gevolgen ook op financieel vlak

Zelfde behandeling als iemand zonder LVB

Begeleiding en behandeling aanpassen aan het niveau en specifieke kenmerken van de cliënten met en LVB

Alleen cliënten met een licht tot matig verstandelijke beperking kunnen een depressieve stemmings- of angststoornis krijgen!

ja

nee

Dit was vroeger wel het geval, men dacht toen dat je voor het hebben van depressieve gedachten je een bepaald cognitief vermogen moest hebben

Hoe kun je herkennen dat een cliënt met een EVB een depressieve stemmingsstoornis heeft?

gedragsveranderingen

Waaruit bestaat de ondersteuning die je geeft aan een cliënt met LVB en een psychisch probleem?

1. afgestemd op niveau
2. observatie gedragsveranderingen
3. overvragen
4. rapporteren

Wat is een neurocognitieve stoornis?

1. Een aandoening die het geheugen aantast.
2. Een aandoening die geen invloed heeft op de hersenen.
3. Een aandoening die de spierfuncties aantast.
4. Een aandoening die het functioneren van de hersenen aantast

Een neurocognitieve stoornis is goed te herkennen bij een cliënt met een verstandelijke beperking

ja

nee

Een neurocognitieve stoornis is moeilijk te herkennen bij cliënten met een verstandelijke beperking. Het is namelijk altijd de vraag welke problemen veroorzaakt worden door de verstandelijke beperking en welke door de eventuele aanwezigheid van een neurocognitieve stoornis. 

Wat is een gevolg zijn van een neurocognitieve stoornis?

1. minder eetlust
2. zwaarder worden
3. beperking zelfstandigheid
4. hyperactiviteit

Boom Mensen

Hoofdstuk 19, paragraaf 19.2.

Opdracht 4. Cliënten met een verstandelijke beperking                                   

Opdracht 9. EMB

Opdracht 13. Bijkomende problemen

Opdracht 14. De praktijk

Hoofdstuk 19, paragraaf 19.1.

Opdracht 1. De oorzaak

Opdracht 2. Een cliënt

Opdracht 3. De diagnoses

Opdracht 7. Cliënten met problemen